chrisbekker.reismee.nl

Canta y no llores


Jaaahooor, ik leef nog steeds! En ik ben nog steeds niet terug in Nederland! En ik heb het nog steeds prima naar mijn zin hier! Het enige verschil is dat ik me (helaas!!) niet meer in Guadalajara bevind, zelfs niet meer in Mexico, maar ik ben de halve wereldbol overgestoken naar Chili! Afgelopen maandag was daar dan die verschrikkelijke dag waar ik al die zeven maanden geen enkel moment aan wilde denken.. Natuurlijk ging het afscheid nemen totaal niet van een leien dakje, maar daar zal ik jullie later over informeren. Nu is het eerst tijd om jullie een beetje bij te praten over wat ik de afgelopen drie maanden allemaal heb meegemaakt. Ik heb het echt ontzettend druk gehad, ben amper in Guadalajara geweest omdat ik super veel heb gereisd en fantastisch veel mooie dingen heb gezien.

Zoals jullie je misschien nog wel herinneren, schreef ik mijn vorige blog alweer begin december, vlak voordat er een reis van zo’n twintig dagen door het hele Zuid-Oosten van Mexico op het programma stond, plus een uitstapje over de grens richting Guatemala en Belize. First things first: mijn bijnaam hier is la pequeña princesa holandesa, en met mijn backpack van zo’n acht à negen kilo was ik erg bang dat deze prinses het heel erg zwaar zou hebben op deze reis. En op zich kun je wel stellen dat dat ook zo is gegaan. De reis begon al helemaal top. Niet dus. We zouden eerst met de bus naar México DF gaan, om vervolgens door te reizen naar de eerste stop Puebla. We hadden tickets voor de bus van tien uur ’s avonds gekocht, en dus zou de taxi ons rond negen uur thuis komen ophalen. We vertrokken om kwart over negen en normaal is het zo’n half uurtje rijden naar het busstation. Die dag, twaalf december, was het echter Dag van de Maagd van Guadalupe en daarom was een deel van het centrum afgesloten, wat er voor zorgde dat we een andere weg moesten nemen. Dit was de enige weg die open was en dus waren we niet de enigen hier. Er was een super file en we gingen maar heel langzaam vooruit, terwijl de klok doortikte. Uiteindelijk was het al kwart voor tien en waren we pas op de helft. Toen we uiteindelijk op de snelweg naar het busstation aankwamen, hadden we nog maar tien minuten en daarom begon de taxichauffeur echt als een gek te rijden. Hij reed super hard en slingerde van links naar rechts, maar zorgde er uiteindelijk wel voor dat we om tien uur precies bij het busstation aankwamen. Eén van mijn huisgenootjes rende snel naar de bus die gelukkig nog niet was vertrokken, terwijl de rest volgde met onze bagage. Gelukkig hadden we dus net niet de bus gemist, en na deze valse start verliep de rest van de reis een stuk beter.
We zijn achtereenvolgens naar Puebla, Oaxaca, San Cristóbal de las Casas en Palenque geweest. Oaxaca was heel chill. Deze stad staat vooral bekend om zijn chocolade drank en, aangezien de chocolade in Guadalajara erg schaars en vooral heel duur is, viel dit bij mij heel goed in de smaak. Ander pluspunt was dat er precies op het moment dat wij er waren, er in de stad de jaarlijkse nationale Feria de chocolate werd gehouden en we hier alle dranken gratis mochten proeven. Sommige chocolates waren wel gek, aangezien dit zeer traditionele dranken waren en deze met maïs werden bereid, maar over het algemeen hadden we allemaal na zo’n vijf à zes chocolates ons buikje wel rond en vertrokken we weer verder naar ons hostel. Voor de rest hebben we hier naast de archeologische vindplaatsen Monte Alban en Mitla ook het spectaculaire Hierve el Agua bezocht, en gingen we met een bootje (met reddingsvest gelukkig!) door het immense Cañon del Sumidero, wat echt heel mooi en indrukwekkend was en waar we enkele enorme krokodillen hebben gespot. De volgende stop was het kleine stadje San Cristóbal de las Casas, waar we in een heel chill en goedkoop hostel zaten met super aardige mensen en waar we vooral lekker rustig aan hebben gedaan. Vanuit daar zijn we verder gegaan naar Palenque, dat wordt gezien als één van de mooiste archeologische vindplaatsen van México, en daarnaast vooral bij velen zeer bekend is omdat de foto’s van deze ruïnes bijna altijd als omslagfoto van reisgidsen worden gebruikt. Palenque ligt erg dicht tegen de grens van Guatemala aan en dit zorgde ervoor dat het tijdens ons bezoek ‘s ochtends echt super warm was. Daarna hebben we nog de watervallen van Misol-Ha en Agua Azul bezocht, waar mijn huisgenootjes er voor kozen om te gaan zwemmen. In Palenque sliepen we in een soort van hutten midden in het bos tussen de planten en kleine riviertjes, wat heel tof was maar ook een beetje eng toen er ineens allemaal salamanders op het plafond binnen in onze kamer zaten. Elke avond was er in het plaatselijke restaurant (met super goedkope en heerlijke pizza’s en pasta’s) een hele show met live muziek en de laatste avond hebben we hier dan ook lekker gegeten en van de muziek genoten.

En toen was het tijd om Mexico te verlaten en de grens naar Guatemala over te gaan. En wat een gedoe was dat!! Als luxe Europeaan is het voor ons heel normaal om een grens over te steken en heeft dit verder niks om handen. Hier is dat echter anders en moet je er ongeveer een uur voor uittrekken. Duizend formulieren invullen, honderd keer je paspoort en gegevens laten zien, geld wisselen, pff… En dit moesten we vier keer doen. Nogal vermoeiend allemaal. Uiteindelijk kwamen we na een lange reis in een zeer oncomfortabel busje aan in Flores, een klein toeristisch stadje op een eilandje in Guatemala. We kwamen rond de avond aan en nadat we bij de plaatselijke feria eerst wat heerlijke lokale gerechten hadden geprobeerd, vielen we allemaal (ontzettend moe van de lange reis) bij aankomst in het hostel meteen in slaap. Maar de volgende dag sloeg het noodlot echter toe. We hadden een tour gereserveerd naar de beroemde Maya ruïnes van Tikal en zouden om half vijf ’s ochtends opgehaald worden met een busje, maar ’s nachts voelde twee huisgenootjes en ik ons totaal niet lekker, wat die nacht uiteindelijk resulteerde in een aantal keren overgeven en geregelde tripjes naar het toilet. Gelukkig konden we de tour verzetten naar de dag er na, maar wel pas nadat we die dag alle drie de hele tijd in bed hebben gelegen en af en toe toch nog eens naar de wc pot moesten rennen. Die gehele dag in bed had niet zo’n positieve invloed op onze nek en rug (het matras was echt verschrikkelijk), maar uiteindelijk wel op onze fysieke situatie. De dag er na voelden we ons allemaal beter en konden we dus om half vijf mee met de tour richting Tikal, hoewel het busje (met wat bekende Zuid-Amerikaanse vertraging) pas rond half zes kwam opdagen. Tikal bevindt zich in het oerwoud en omdat onze tour rond zeven uur begon, begon het net licht te worden en was het nog een beetje mistig, dus dat was wel heel tof. Het bezoek aan deze ruïnes was uiteindelijk best duur, maar wel heel mooi. Verder kwamen we hier bovenop een piramide toevallig wat vrienden tegen uit Guadalajara, dus dat was wel gezellig.
De dag er na stond alweer het vertrek uit Guatemala op het programma en vertrokken we richting Belize, hetzij weer echt in een super oncomfortabel busje. Een hele lange reis verder kwamen we uiteindelijk aan in Belize City, waar we de boot namen naar het eilandje Caye Caulker. En zoals velen weten ben ik totaal geen fan van het strand en de zee, maar wauw, wat was dit mooi. Witte stranden en een uitzicht over de Caribische Zee in elke richting, de hele dag zon en lekkere cocktails, het was precies zoals je het altijd in de reisgidsen ziet. Een ander pluspunt was dat bijna iedereen hier Engels sprak. Aangezien ik deze gehele periode alleen maar met mijn huisgenootjes was en amper mijn ouders en/of mijn Nederlandse vrienden sprak, spraken we 24/7 Spaans en dit was best vermoeiend. Dus ik was best wel blij toen we in Belize aankwamen en iedereen daar Engels sprak! Wel ff zo fijn om niet constant Spaans te hoeven praten. Het enige minpunt hier was dat alles wel echt ontzettend duur was, het leek bijna wel Europa. Dus wat was ik blij toen we de dag er na weer terug aankwamen in Mexico, wat had ik dit prachtige land gemist! Het was mooi om andere landen te zien en nieuwe stempels in mijn paspoort te hebben, maar het gedoe bij de frontera, de andere munteenheid wat alles echt super duur maakte, en de verschrikkelijke busritten zorgden ervoor dat ik toch weer super graag naar Mexico wilde terugkeren.

Op 24 december kwamen we dus weer aan in ons vertrouwde land en zochten we een hostel op in het kleine plaatsje Bacalar, gelegen aan een groot meer op zo’n dertig kilometer van de grens met Belize. Hier zouden we dus met de Kerst verblijven. Op zich was het wel een beetje raar om niet in Nederland te zijn met de Kerst, maar eigenlijk deed het me niet zo heel veel. Mijn Spaanse huisgenootjes waren echter allemaal echt super sip en treurig en mistten hun familie ontzettend (beetje raar dus voor mij). Op kerstavond maakten we met zijn allen een kerstdiner klaar in de keuken van het hostel en daarna vertrok ik met mijn volle buik in mijn eentje richting de plaatselijke kerk om de Nachtmis bij te wonen. Dit was best speciaal om mee te maken, aangezien het de eerste keer was dat ik niet in Nederland in de kerk zat en het was erg interessant om te zien hoe dat er hier aan toe ging. En dat was echt heel mooi! De kerk zat stampvol en er was een koor en een man met een gitaar die de hele tijd liedjes zongen. De mis leek echt op die in Nederland, ze gebruikten precies dezelfde teksten en gebeden. Het enige gekke was dat na de mis iedereen (die dat wilde) bij de pastoor langs kon gaan om het stenen beeld van kindje Jezus een kus te geven. De rij was behoorlijk lang.

Uiteindelijk hebben we nog de volgende dag nog met zijn allen een kerstdiner klaar gemaakt en daarna was het weer tijd om het rustige en stille Bacalar te verlaten. Het plan was om richting Mérida te gaan, gelegen in de buurt van Cancún, maar alle bussen zaten al vol en dus zat er niks anders op dan het bezoek aan deze plaats over te slaan en door te reizen naar onze volgende bestemming Veracruz. Ik weet niet of jullie bekend zijn met de Mexicaanse topografie, maar voor wie het niet weet: Bacalar en Veracruz liggen echt heeeel erg ver uit elkaar. Van te voren werd er gezegd dat het een ritje van zo’n dertien uur (!) zou worden, maar uiteindelijk hadden we de pech dat we in een file belandden en dit zorgde voor zo’n vijf uur extra vertraging. Maar het was het waard. Want wat was het fijn om in Veracruz aan te komen! Sinds we sinds dag twee Puebla hadden verlaten, hadden we onze tijd voornamelijk alleen maar doorgebracht in kleine stadjes of dorpen. Allemaal prima, maar ik ben toch meer fan van de stad. Dus toen we uiteindelijk in Veracruz aankwamen en we weer in de pure grote stad waren, met veel lawaai, mensen en drukte, was dat echt een verademing. Verder staat Veracruz vooral bekend om zijn koffie keten La Parroquia, waar de meseros met ouderwetse kannen rondlopen om je een heerlijke lechero in te schenken, en daarnaast is er de drukke haven, waar 24/7 mannen in de weer zijn met de vele schepen en het opladen van goederen. Hier in Veracruz hebben we drie ontzettend leuke dagen gehad, met wandelingen op het strand, lecheros tot diep in de nacht en vele dansavonden op het centrale plein. Voorafgaand aan onze reis was het het plan om ook Nieuwjaar hier in Veracruz of in de kuststad Puerto Vallarta door te brengen, maar aangezien mijn Spaanse huisgenootjes allemaal blut waren (lekker goed voorbereid dus), moesten zij wel naar Guadalajara terugkeren. Mijn Franse huisgenootje en ik, die wel goed voorbereid waren en wel gewoon genoeg geld hadden, hadden hier erg weinig zin in maar het leek ons ook niks om met zijn tweeën achter te blijven en dus zijn we op 30 december allemaal naar Guadalajara teruggekeerd.
En dus werd het toen uiteindelijk toch Nieuwjaar in onze hometown in Jalisco. Zoals jullie weten heb ik totaal geen heimwee naar Nederland, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik die nacht toch wel duizend keer liever in Utrecht op het dak van de Willem Schuylenburglaan had willen doorbrengen. Hier Nieuwjaar vieren is echt verschrikkelijk! Er zijn totaal geen feesten, aangezien het hier heel normaal is om de hele avond lekker thuis met je hele familie door te brengen en daar vervolgens de gehele nacht te blijven, en de feesten die er zijn, zijn echt hartstikke saai. En ja, jullie raden het al, wij waren dus op één van dat soort feesten. Ik kan er heel kort over zijn: het was echt heel saai. Ik heb nog nooit zo’n saaie jaarwisseling mee gemaakt, zelfs die ene mislukte Nieuwjaarsnacht in Waalhalla was nog beter (dat zegt denk ik genoeg).

De rest van 2015 is tot nu toe gelukkig beter verlopen dan die eerste uurtjes in de nacht van 1 januari. Ons contract in het huis van Conexión liep af en dus ben ik met twee huisgenootjes verhuisd naar een zeer schoon en mooi huis in de hipster wijk Chapultepec, waar het wemelt van de bars, straatmuzikanten en Starbucks. Aangezien mijn studie sinds december voorbij was, heb ik daar voornamelijk lekker gechilld en overdag genoten van de zon, muziek en koffie. Maar veel tijd heb ik daar nu ook niet doorgebracht, aangezien ik ontzettend veel op reis ben geweest.
Zo was het eind januari ein-de-lijk tijd voor het langverwachte weekje New York, wiehoee! Dat begon allemaal helemaal prima en uiteindelijk was het echt ontzettend leuk, hoewel ik overall echt heel veel pech heb gehad. Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik ook niet zo top voorbereid was. Ik dacht elke keer ‘Ohh ik ga pas donderdag’, totdat het ineens woensdagmiddag was en ik nog geen enkele onderbroek had ingepakt. Dit leidde er uiteindelijk dus toe dat ik de oplader van mijn mobiel was vergeten en er niet aan had gedacht dat ik nog maar amper beltegoed had en dat ik dit niet op kon waarderen in Amerika. Dat was dus niet zo slim. Maar het grootste probleem werd uiteindelijk mijn creditcard. Een korte samenvatting: blijkbaar zat ik aan mijn limiet en daarna probeerde ik nog heel veel keren om toch geld op te nemen, waarna de Rabobank uiteindelijk besloot een veiligheidsblokkade in te stellen, aangezien het raar was dat ik zo vaak probeerde te pinnen in een ander land. En aangezien ze niet mijn Mexicaanse telefoonnummer hadden, maar alleen een oude uit Nederland, konden ze me ook niet bereiken. Gelukkig was ik met mijn huisgenootje en kon ik geld van hem lenen, maar het was echt een hele rare ervaring om bijna geen geld te hebben en over elke aankoop die je doet in de supermarkt te moeten nadenken. Wel een goede les denk ik zo. Maarja, uiteindelijk is het allemaal goed gekomen en waren dit after all wat kleine smetjes op een fantastische week in de Big Apple. Als trouwe CSI NY fan droomde ik er al jaren van om deze stad te bezoeken en in het echt te kunnen zien, en toen dit dus eenmaal werkelijkheid werd was dit echt geweldig. De onophoudelijke wervelstorm van gele taxi’s, een Starbucks op elke straathoek, het eeuwige geloei van sirenes, de torenhoge wolkenkrabbers en de nostalgische flatgebouwen (zoals we ze kennen van Friends) met de bekende trappetjes langs de gevel, aaaaah geweldig! Enige smet op deze fantastische stad was dan misschien toch wel het weer. Na een half jaar in Mexico waar het constant zo’n vijfentwintig graden of meer is, was de New Yorkse temperatuur die varieerde van min vijf tot min tien toch wel wat frisjes. Gelukkig had ik uit Guadalajara mijn muts en handschoenen meegenomen, en had ik een dikke jas kunnen lenen van een Mexicaanse vriendin, maar met mijn dunne Vans was ik toch wat minder goed voorbereid. Dit had vele bevroren tenen tot gevolg, die zich enkel ontdooiden wanneer we een museum, een Starbucks of een Dunkin Donuts in gingen om wat op te warmen.
Uiteindelijk hebben we te voet ontzettend veel kilometers afgelegd en zo de gehele stad gezien, waarbij toeristische trekpleisters zoals Wall Street, de Brooklyn Bridge, het Empire State en het Rockefeller, Times Square, M&M’s World, het Flatiron, het Metropolitan Museum of Modern Art en Central Park (en dan vergeet ik er nog heel veel) niet konden ontbreken. Het is echt heel tof om daar rond te lopen en bij alles te denken ‘Woo dit is net zoals in de films!’. Helemaal geweldig dus.
Maar de allerbeste belevenis was toch wel de nacht van dinsdag 27 op 28 januari. Zondagavond had ik afscheid genomen van mijn huisgenootje, die terug naar Spanje vertrok, en ik zou zelf nog een dagje in New York verblijven, waarna ik dinsdag rond de middag het vliegtuig terug naar Guadalajara zou nemen. Het verliep echter allemaal een tikje anders. The Blizzard of 2015 gooide roet in het eten. Door de grote sneeuwstorm die die maandagmiddag begon, terwijl ik in het MoMa schilderijen van Van Gogh, Klimt en Andy Warhol aan het bewonderen was, en vervolgens doorzette tot dinsdagochtend, was er zoveel sneeuw dat alle vluchten op elk vliegveld van New York geannuleerd waren. Om mijn vlucht te kunnen omboeken, had American Airlines mijn moeder gebeld met de boodschap dat ik zelf even naar hun moest bellen om de omboeking te kunnen regelen, maar ik had dus geen beltegoed en daarom besloot ik om zelf richting het vliegveld te gaan. Ik vertrok vanaf het hostel rond half tien ’s ochtends, toen men nog maar nauwelijks begonnen was met het sneeuwvrij maken van de straten, waardoor ik me met mijn Vans een weg moest banen door zo’n constante twee meter sneeuw. Het was ongeveer twintig minuten lopen naar een bushalte in de buurt vanwaar de bus naar het vliegveld vertrok, en onderweg kwam ik heel veel van die grote sneeuwschuivers tegen, precies zoals we ze kennen uit de film. Uiteindelijk kwam ik met kletsnatte Vans bij de bushalte aan en hoopte dat mijn bus, lijn M60, snel zou komen opdagen, maar de enige bussen die constant voorbij kwamen, waren bussen die zeiden “Geen dienst”. Op de hoek van de straat was een metrostation en dus vroeg ik aan de vrouw achter het loket of de bussen wel reden. De vrouw zei dat ze wel reden maar met een beetje vertraging. Vol goede moed besloot ik het dus nog een keer te proberen en keerde terug naar de bushalte. Zo’n twintig minuten laten kwam er een man voorbij met maar twee tanden in zijn mond en het bleek dat hij dezelfde bus als mij moest hebben, maar dat hij al sinds negen uur ’s ochtends aan het wachten was en deze nog steeds niet voorbij was gekomen. Op dat moment zonk de moed me een beetje in de schoenen en na nog tien minuten wachten, ging ik weer het metrostation binnen om aan de vrouw te vragen of er geen andere mogelijkheid was om naar het vliegveld te komen. De vrouw was erg aardig, ze legde me de weg via de metro uit (die wel een stuk ingewikkelder en tijdrovender was dan met de bus) en liet me ook nog eens gratis passeren. Anderhalf uur en heel veel overstappen per metro later kwam ik dan eindelijk aan op een metrostation in de wijk Queens, waar ik nog zo’n half uur op de bus naar het vliegveld moest wachten. Uiteindelijk kwam ik dus na bijna zo’n drie uur reizen aan op La Guardia, waar tot mijn grote schrik niemand van American Airlines te vinden was. Gelukkig was er wel een balie open van een andere vliegtuigmaatschappij en de man daar was heel aardig en legde me uit dat ik pas op zijn vroegst de volgende dag het vliegtuig zou kunnen nemen, en dat het heel waarschijnlijk was dat American Airlines me al had omgeboekt. Hij zei dat er misschien medewerkers van American Airlines rond een uur of zes ’s middags op zouden komen dagen, maar dat het slimmer was om even te bellen. Aangezien ik bijna geen batterij en al helemaal geen beltegoed meer had, koos ik er voor om dan maar een plekje te zoeken op het vliegveld, waar ik ontzettend veel bladzijdes heb gelezen uit het boek dat ik gelukkig bij me had. Ondertussen was er ook nog van alles te zien, aangezien er wel tien cameraploegen van allerlei verschillende Amerikaanse tv zenders rondliepen en zij de gehele dag bezig waren met live uitzendingen. Naast deze tv mensen was er niet heel veel loos op het vliegveld, de presentatrice van Fox News wist het treffend aan haar kijkers te vertellen toen zij stelde dat “La Guardia looked like a ghosttown”. Verder hield ik dus de gehele tijd de balie van American Airlines in de gaten, maar tevergeefs. Ik weet echt totaal niet meer hoe ik al die uren daar op dat vliegveld heb doorgebracht, maar op een gegeven moment was het al acht uur en de desks van American Airlines waren nog steeds verlaten. Toen werd het tijd om te beslissen wat te doen. Het was dus niet honderd procent zeker dat ik de volgende dag terug naar huis zou kunnen gaan, en met nog maar dertig dollar op zak en een creditcard die niet werkte zou ik het niet nog twee dagen kunnen redden, aangezien het hostel twintig dollar per nacht kostte en het vervoer er naartoe zo’n vijf dollar. Dus toen, na wat rondgevraag aan de medewerkers van de koffiebars op het vliegveld, besloot ik maar om op het vliegveld te blijven en de nacht daar door te brengen. En wat een ervaring was dat! Ik bevond me in een grote hal, met links en rechts wat winkels en koffiebars (die de gehele nacht open zouden blijven, dus dat gaf me wel wat rust), en naast enkelen gestrande toeristen voornamelijk heel veel zwervers, die binnen mogen blijven slapen aangezien het buiten ontzettend koud is. Met de tijd gingen er echter steeds meer toeristen weg, totdat ik uiteindelijk bijna alleen overbleef omringd door de zwervers. Dit was wel even slikken, maar aangezien de omringende winkeltjes open waren, voelde ik me toch wat veiliger. Uiteindelijk heb ik één uur met mijn hoofd op mijn linkerarm op de tafel geslapen, en één uur met mijn hoofd op de rechterarm. Een top nachtrust dus. Rond half vijf ’s ochtends liepen er steeds meer toeristen rond en besloot ik een poging te wagen en richting de balie van American Airlines te gaan. En wat was ik blij toen iedereen daar gewoon aan het werk was en een super chagrijnige vrouw me vertelde dat ik mee kon met de vlucht van half een ’s middags. Ondanks de zeer knusse overnachting zij aan zij de zwervers, miste ik Guadalajara en mijn vrienden heel erg en verlangde ik toch ook wel weer naar een warme douche en een schoon en comfortabel bed. Ik heb meteen ingecheckt en ging rond zes uur ’s ochtends al de gate in, waar ik nog een paar uurtjes op een bankje heb geslapen en daarna lekker heb ontbeten en koffie heb gedronken, aangezien ik dus nog dertig dollar over had en kon nemen wat ik wilde.

Na deze unieke ervaring in the Big Apple ben ik ongeveer een week daarna ook nog een weekje zelf op reis geweest door het Noorden van Mexico. En deze keer was ik een stuk beter voorbereid! En wauw, wat is Mexico toch mooi! Hier in het Noorden van Mexico zag ik echt het traditionele beeld wat wij in Europa van Mexico hebben, zoals de woestijn omgeving met ontelbare cactussen en mannen te paard met snorren en sombrero’s. Heel anders dus dan dat ik het gewend was in Guadalajara! In het Noorden ben ik van rechts naar links gereisd: de reis begon in het vliegtuig naar Monterrey, vervolgens nam ik de bus naar Chihuahua, sprong daar in de oude stoomtrein El Chepe, die zich een weg baande door de gehele Copper Canyon en uiteindelijk aan de westkust in Los Mochis aankwam, en vanuit hier ben ik met de bus nog naar de stad Culiacán geweest, alvorens ik weer richting mijn hometown Guadalajara vertrok. Op al deze plekken heb ik ook weer heel veel mooie dingen gezien, leuke dingen meegemaakt en interessante mensen ontmoet, maar dit is zooooo veel om allemaal te vertellen, dus als je het heel graag wilt weten allemaal, lijkt het me beter dat je me er naar vraagt als ik weer terug ben in Nederland. :)
Na dat weekje in het Noorden kwam ik dus op dinsdag 11 februari 's ochtends vroeg weer terug aan in Guadalajara, waar ik enkele dagen tijd had om mijn vrienden weer te zien, voordat ik met drie huisgenootjes op zaterdag met een reisorganisatie voor twee dagen naar Michoacán vertrok, naar La Mariposa Monarca, een natuurgebied waar het wemelt van de beroemde Monarca vlinder (heel typisch voor Mexico). Helaas was het hier nogal fris (zo'n 15 graden) en kwamen we er 's middags aan en dit zorgde ervoor dat de vlinders allemaal stil en levenloos in de bomen hingen en het er dus een stuk minder spectaculair uitzag dan dat ik het eerder een aantal keer in verschillende documentaires op tv had gezien. Desondanks was het zeker wel de moeite waard en nog steeds erg indrukwekkend om zoveel vlinders bij elkaar te zien.

Zondagavond kwamen we weer terug thuis aan in Guadalajara en betekende dit het begin van mijn laatste twee weken in deze fantastische stad. Vanaf dat moment heb ik elke dag en avond met een andere vriend(in) afgesproken en zijn we elke dag naar een andere bar of club geweest, zodat ik iedereen nog kon zien en nog naar mijn vaste kroegen kon gaan. En die twee weken zijn echt voorbij gevlogen. De 21e was het tijd voor mijn afscheidsfeestje bij ons thuis, wat resulteerde in een leuke, gezellige, dronken avond met alleen mijn beste vrienden, hoewel ik eerlijk gezegd toen van niemand echt afscheid heb genomen aangezien we elkaar die week er na nog wel een keer zagen. De laatste week was het dus tijd voor de laatste keer wat mezcales drinken in El Rey (hier waren we elke woensdag te vinden), de laatste keer naar discotheek La Santa (vaste prik op donderdag) en veel laatste avonden in Bar Americas (mijn lievelingsclub met alleen maar techno en de after voor elke dag). Op donderdag had ik nog wat vrienden uitgenodigd om te gaan eten in een typisch Mexicaans restaurant en was het tijd voor de eerste afscheidjes. Hoewel ik van te voren erg bang was dat hierbij de eerste traantjes zouden vloeien, hield ik het verrassend goed uit, en ook vrijdag, toen er wat meer afscheidjes op het programma stonden, heb ik geen enkele traan gelaten. Hier kwam zaterdag echter verandering in, toen het mijn allerlaatste dag in Guadalajara was, aangezien ik 's nachts in de bus naar México DF zou vertrekken om daar maandagavond het vliegtuig naar Santiago de Chile te nemen. Die zaterdag kwam het moment om afscheid te nemen van de allerbelangrijkste personen en dit was echt verschrikkelijk zwaar. Het is heel moeilijk om mensen met wie je zoveel tijd hebt doorgebracht en zoveel leuke dingen hebt gedaan en die echt ontzettend veel voor je betekenen gedag te zeggen zonder dat je weet wanneer je ze (en of je ze überhaupt ooit nog een keer) weer terug zal zien. Dit resulteerde uiteindelijk dus in een über rood gezicht, ontzettend dikke ogen alsof ik wel tien dagen niet had geslapen en verschrikkelijk schrale wangen. Uiteindelijk was het rond half 1 's nachts tijd om de bus in te gaan en Guadalajara voor onbepaalde tijd achter me te laten. Dat was ook wel heel moeilijk. Ik heb zo'n fantastische tijd gehad daar, sinds het eerste moment voelde ik me helemaal thuis in deze geweldige stad en heb het al die zeven maanden ontzettend naar me zin gehad, en eerlijk gezegd heb ik geen enkel moment echt heimwee gehad naar Nederland. Dus toen de bus uiteindelijk vertrok en steeds verder weg reed van de stad, terwijl ik door het raampje de stad steeds kleiner zag worden, had dat ook niet zo'n heel positieve invloed op mijn humeur. Gelukkig veranderde dit heel erg toen ik de volgende dag 's ochtends vroeg op het busstation in México DF werd opgewacht door mijn Japanse vriendin, die ik al sinds januari niet meer had gezien en nu in México DF woont en stage loopt. Het was heel fijn om haar weer na zoveel tijd te zien en samen te gaan shoppen, lekker te gaan eten en koffie te drinken. Daarna heb ik ook nog met een Mexicaanse vriendin en twee vrienden gemeet, dus dat was allemaal priem. Die twee daagjes in de hoofdstad vlogen dus ook ontzettend snel voorbij, en toen maandagavond was het tijd om Mexico dan echt te gaan verlaten. Samen met mijn Japanse vrienden en een Mexicaanse vriend zijn we naar het vliegveld gegaan, waar het inchecken ook nog best een gedoe was aangezien het bleek dat er bij mijn vlucht sprake van sobreventa was, wat wil zeggen dat er bijvoorbeeld 200 tickets zijn verkocht terwijl er maar 180 plaatsen zijn. Hierdoor konden ze mij dus geen plaats geven en moesten we tot elf uur wachten (het vliegtuig vertrok om twaalf uur) voordat ze me een plek konden geven en konden inchecken. Uiteindelijk werd het, na weer een lastig afscheid met mijn vrienden, dus nog even hollen naar de gate, waar iedereen al bijna in het vliegtuig zat en ik dus meteen kon doorlopen. Op het moment waarop we opstegen en het vliegtuig de lucht in ging, realiseerde ik me dat ik nu echt Mexico had verlaten en dit voelde echt heel gek. Gelukkig weet ik zeker dat dit niet de laatste keer was dat ik in dit geweldige land ben geweest, en ik kijk er nu al naar uit om snel weer terug te keren.

En nu ben ik dus in Chili! Op dit moment bevind ik me in het kleine stadje Valdivia, heb Santiago de Chile na enkele daagjes achter me gelaten en ben via Chillán verder naar het Zuiden getrokken, waar ik nog verder zal reizen richting het eiland Chiloé en Patagonië, alvorens ik weer terug zal keren naar de hoofdstad. De natuur is hier echt prachtig met lagunes, de Grote Oceaan aan de ene en het Andes gebergte aan de andere kant, vulkanen, valleien en gletsjers, terwijl de zon heerlijk schijnt en er op elke hoek van de straat een ijscoman te vinden is, ZAAAAAAAAAALIG dus!! Nog maar amper twee weekjes en ik ben weer in Nederland... Pfff ... Met elke dag die heerlijke 30 graden hier, ontzettend aardige mensen, 24/7 Spaans spreken en een vakantie van nu al ruim 3 maanden (sinds begin december) gaat dat toch wel ff ontzettend wennen worden om weer terug te keren in Nederland, waar 10 graden heel warm wordt gevonden en waar ik vanaf minuut één elke dag van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat in de UB te vinden zal zijn om aan mijn thesis te werken... Reden des te meer om nog even heeeel erg te genieten van mijn laatste daagjes hier.

Waar ik eerder vaak mijn blogs afsloot met een hasta luego, zeg ik nu: hasta MUY MUY pronto!!
Nos vemos en 11 días guapos!!!

xxx

Por fin


Jaaa jaaa eindelijk! Na ruim twee maanden radiostilte en bijna vier maanden school is het eindelijk tijd voor vakantie! Vorige week was het dan zover, de laatste schooldag op de Mexicaanse uni … Wat op 18 augustus begon met een optreden van mariachis in de collegezaal, is nu het einde van mijn Mexicaanse studie-avontuur dan toch echt daar. En wat heb ik genoten! Lessen volgen in veel te kleine en veel te benauwde klaslokalen, super goedkope maar overheerlijke latte’s drinken in de kantine, na de les bier drinken met de leraren, heel veel vrije dagen door stakingen en demonstraties, af en toe een tekst lezen, veel lachen tijdens de lessen met mijn klasgenoten, pff ik ga het missen! Moet wel eerlijk zeggen dat dit niet de laatste drie weken betreft, deze waren namelijk echt een hel. Waar ik van te voren dacht mijn über student gedrag (van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht studeren en de volgende dag weer om 7 uur op om verder te gaan) in Utrecht te hebben gelaten voor een compleet jaar, bleek dit nogal anders uit te pakken. Het hele semester doe je hier namelijk niks, behalve af en toe een tekst lezen of een enkele keer een samenvatting inleveren, maar op het laatste moment komt ineens alles samen: tareas, ensayos, examenes, oftewel horrible!!! Voor mij betekende dit de laatste week één examen en drie essays van elk tien (!) pagina’s, en in het Spaans natuurlijk. Pfff… het hele semester lang ben ik nog nooit zo veel met school bezig geweest als die laatste week. Alles stond in het teken van studeren: ik heb feestjes overgeslagen, ben niet wezen trainen en heb zelfs de Champions League wedstrijden laten schieten! Ondanks dat ik vanaf dag één al wist dat ik op het einde deze essays zou moeten schrijven, was ik natuurlijk veel te laat begonnen omdat ik geen zin had om te studeren en de vele feestjes en uitjes veel leuker waren. Maar no worries, uiteindelijk is het – zoals altijd – toch allemaal goed gekomen en heb ik al mijn vakken gehaald met negens en tienen. De Mexicaanse uni kan ik eindelijk achter me laten, hoewel ik zeker nog wel een paar keer in de kantine langsga voor een goedkope latte.

Maargoed, twee maanden zonder blog dus, twee maanden waarin de uni dus voornamelijk (afgezien van de laatste week) op een laag pitje stond en ik alleen maar hele leuke dingen heb gedaan en ontzettend mooie steden heb gezien. Het is zoveel dat het me beter lijkt dat ik deze keer de wekelijkse feestjes niet allemaal één voor één zal bespreken, en ik zal niet te diep ingaan op de liters tequila die ik heb gedronken, om niet constant in herhaling te vallen. Eén feest moet ik er echter wel even belichten, namelijk mijn verjaardag eind september. Zoals eerder verteld, gaf ik met vier andere Mexicanen die in diezelfde week jarig waren een grote party. Uiteindelijk was dit echt geweldig! Er waren zo’n 300 à 400 man, de hele avond werd er techno gedraaid, de enorme hoeveelheid flessen tequila kwam maar niet op, en omdat het mijn eigen feest was, waren er super veel vrienden en kende ik bijna iedereen. Echt een geslaagd verjaardagsfeest de estilo mexicano zoals ik het nog nooit had meegemaakt. Wie weet, misschien dat ik het volgend jaar opnieuw maar hier ga vieren, want het is me uitstekend bevallen.

Twee weekjes na mijn verjaardag was het opnieuw tijd voor een tripje naar Guanajuato. Hier was ik al een keer geweest tijdens de Día de Independencia, maar nu gingen we voor el Festival Internacional Cervantino. Dit is een jaarlijks terugkerend cultureel festival, met muziek, dans, theater, literatuur en alles. Het festival staat elk jaar in het teken van één bepaald land en dit jaar was dat Japan. Met drie huisgenootjes vertrokken we vrijdagsochtends om 8 uur in een busje, samen met twee andere jongens en drie meisjes en een man (de chauffeur) die de reis organiseerde. In het busje konden we een beetje slapen en daarna kwam de man met de eerste cervezas aanzetten voor de liefhebbers (zoals ik dus). We stelden deze gratis biertjes zeer op prijs, mede omdat de reis in totaal redelijk goedkoop was. Uiteindelijk kwamen we in Guanajuato aan en het huis waar we zouden slapen lag precies in het centrum. Echter toen we het huis binnen gingen, werd het ons snel duidelijk waarom de reis zo goedkoop uitviel. Onze slaapplek had namelijk zeer weinig weg van een vijf-sterren hotel. We sliepen met zijn allen in één grote ruimte op matrassen op de grond waar plastic omheen zat, zodat als iemand zich omdraaide iedereen meteen wakker werd van het gekraak, met kapotte ramen waardoor ’s nachts enorme muggen naar binnen vlogen die keihard zoemden, en de chauffeur die midden in de nacht ontzettend dronken binnen kwam zetten en daarna als een echte zaag – ik had nog nooit zoiets gehoord! – keihard begon te snurken. Mede door dit alles hebben we de eerste nacht dus allemaal verschrikkelijk slecht geslapen. De tweede nacht was het beter, aangezien we de hele dag in de stad waren geweest voor het festival, onder andere in een huis met alleen dingen uit Japan: eten, drinken, gratis sake en allemaal dingen betreft reizen en toerisme. Daarnaast waren we nog met de Ruta de la Indepencia mee gegaan, wat inhield dat we steden Dolores Hidalgo en San Miguel de Allende gingen bezoeken. Toen we daarna weer terugkwamen in Guanajuato, hebben we’s avonds een bar in het centrum opgezocht met de andere Mexicanen met wie we in het huis sliepen. Uiteindelijk is het weekend me heel goed bevallen. El Festival Internacional Cervantino is echt een aanrader voor iedereen die ooit toevallig in oktober in Mexico is.

En dan was er in oktober ook nog Halloween. Wat een happening was dit! Dit is blijkbaar echt een groot en belangrijk feest hier. Maar in plaats van je te verkleden als heks, lijk of zombie, is het hier alleen de regel dat je je moet verkleden, maar dit kan dus in alles zijn. Er worden hele wedstrijden georganiseerd voor degenen met de beste outfit, en het is normaal om als groep met eenzelfde thema te gaan. Al anderhalve maand van te voren zaten mijn huisgenootjes te broeden op een thema en uiteindelijk hadden ze besloten dat het “Disney’s prinsen en prinsessen” werd. De rollen werden verdeeld en daarna zijn we met zijn allen naar een hele grote stoffenwinkel en heel veel andere winkels gegaan om alles voor de verkleedkleren te kopen, aangezien twee huisgenootjes alles zelf zouden gaan maken met de naaimachine. Enorm veel werk, aangezien we met zijn tienen waren. De laatste drie weken vóór Halloween werd er dan ook elke dag, en de laatste week zelfs elke nacht tot een uur of vijf, keihard gewerkt om alles op tijd af te krijgen. Dit heeft tot vele nachten zonder slaap geleid, maar het resultaat mocht er uiteindelijk zijn: de pakken zijn echt prachtig geworden. Mijn huisgenootjes hadden voor mij Assepoester gekozen, aangezien ik hier volgens iedereen blijkbaar blond ben en op Assepoester leek… De feestjes waren uiteindelijk heel leuk en iedereen was zeer onder de indruk van onze pakken. Vrijdag 29 oktober was het tijd voor het laatste Halloween feestje in een bar. Dit was zo leuk dat we, na de nodige tequila, uiteindelijk pas heel laat thuis kwamen, terwijl we de volgende dag om half 6 ’s ochtends zouden moeten vertrekken naar Michoacán. La fiesta in combinatie met de enkele uurtjes slaap resulteerden er uiteindelijk in dat ik door mijn wekker heen sliep en pas wakker werd toen mijn huisgenootjes al tien minuten hadden lopen schreeuwen en op mijn deur hadden gebonkt om me wakker te krijgen. Toen ik dus uiteindelijk wakker werd van al die herrie, was het inmiddels al tien voor half zes en moesten we dus binnen tien minuten vertrekken. Gelukkig had ik mijn rugzak de dag van te voren al ingepakt, maar iedereen die mij ook maar een beetje kent weet dat ik ’s ochtends wel wat langer nodig heb om me klaar te maken. Dus uiteindelijk, zonder ontbijt, zonder make-up en met wat snel aangeschoten kleren gingen we deur uit. Een prima start van onze viaje dus! (niet) Gelukkig verliep de rest van de reis een stuk beter. We gingen dus naar Michoacán, een gebied ten zuiden van Guadalajara, wat hedendaags voornamelijk bekend staat als een van de gevaarlijke gebieden van Mexico. Afgezien van de vele politie en soldaten die op straat rondlopen met grote geweren merkten we hier voor de rest niks van. De traditionele día de Muertos dat hier elk jaar in de nacht van 1 op 2 november wordt gevierd, neemt een super belangrijke rol in in het leven en de cultuur van de Mexicanen. De hele dag bevinden ze zich op het kerkhof, waar zijn ze ontzettend druk bezig met het versieren van de grafstenen van hun overleden dierbaren met allerlei dingen, van bloemen, het lievelingseten van de doden tot speelgoed en foto’s. Vooral het enorme verschil in de Mexicaanse en de Nederlandse beleving van “de dood” viel me hierbij echt heel erg op: in Nederland heeft het altijd iets super triest, iedereen is verdrietig, terwijl het hier juist vanuit een veel positiever oogpunt wordt bekeken. Hoewel het zien van alle bezigheden en alle versierde graven overdag al heel indrukwekkend was, was het ’s nachts nog indrukwekkender. We sliepen in een hotel in Pátzcuaro, een stad die bekend staat als dé plek om la noche de los Muertos mee te maken. Bij Pátzcuaro ligt het eiland Janitzio, waar we die nacht naar toe gingen. Eerst moesten we zo’n twintig minuten met de boot, voordat we bij het eiland aankwamen. Vanaf het meer konden we het eiland, wat prachtig verlicht was, al zien liggen. Janitzio loopt heel hoog op en in de smalle kronkelende straatjes waren enorm veel eetkraampjes en mensen die warme chocomelk en het traditionele brood, el pan de muertos, verkochten. De warme chocomelk was echt een blessing, aangezien het (voor de eerste keer hier) behoorlijk koud was! Die avond/nacht hebben we in Janitzio rondgelopen, langs de vele kraampjes en het grote indrukwekkende kerkhof, en vervolgens besloten we onze avond bij een groot veld met optredens met dans en muziek. Mede door de weinige uren slaap die ik de avond van te voren had gehad, plus de vele dingen die we de hele dag hadden gedaan, was ik inmiddels behoorlijk moe en de ijskoude boottocht terug naar Pátzcuaro leek wel een uur te duren. Uiteindelijk kwamen we dan bij ons hotel aan en konden we gaan slapen. Maar niet voor lang: de volgende dag stonden we alweer heeel vroeg op (7 uur), om vervolgens twee uur met de bus naar de stad Uruapan te gaan, waar in de buurt de vulkaan Paricutín ligt. Deze vulkaan had zijn laatste uitbarsting in 1945 en is nu niet meer actief. Met een gids reden we eerst anderhalf uur door de jungle, voordat we bij de vulkaan aankwamen en deze gingen beklimmen. Dit was wel een beetje vermoeiend, maar het uitzicht was heel mooi en op sommige plaatsen waren de stenen echt super warm. Na een tijdje op de top te zijn geweest was het tijd om af te dalen en weer terug te keren. Het afdalen was echt heel leuk, aangezien er alleen maar een soort zand was waar je vanaf kon “schaatsen”; je hoefde alleen maar je benen te bewegen en binnen vijf minuten stond je beneden. Minpuntje was wel dat mijn normaal felblauwe Vans helemaal zwart waren en vol zaten met het vulkaanzand. Inmiddels zijn ze wel weer blauw, maar de kleur is wel een stuk doffer. Daarna gingen we met de gids in de jeep naar de ruïnes van een dorpje dichtbij dat door de vulkaan was getroffen, dit was ook heel mooi om te zien. Uiteindelijk reden we in de jeep weer terug naar de stad, wat ook echt een eeuwigheid leek te duren en waardoor ik onderweg in slaap viel. Hierdoor heb ik helaas niet het mooie verhaal van de gids gehoord, die vertelde over de drugspraktijken hier in Michoacán en daarnaast ook liet doorschemeren dat hij vroeger zelf een drugsbaas was geweest, maar dat hij nu als kandidaat burgemeester mee deed in de plaatselijke verkiezingen en een grote kans maakte om gekozen te worden.

De volgende dag was alweer de laatste van de reis en gingen we naar de stad Morelia. Dit is de hoofdstad van de staat Michoacán en het bleek een hele mooie stad. Hier hebben we de hele dag rondgelopen, alle mooie gebouwen aanschouwd, koffie gedronken en een enorme quesadilla van wel 60 centimeter gegeten voor maar twintig pesos. Daarna was het helaas alweer tijd om terug te keren naar onze hometown Guadalajara, wat gelukkig maar vier uurtjes was dus dat viel mee. Hoewel deze dus reis begon met een valse start, is het me uiteindelijk prima bevallen. Alles was heel mooi en indrukwekkend en één van de mooiste reizen tot nu toe.

En dan was daar ook nog die verschrikkelijke dag, 12 november. De vriendschappelijke interland Nederland-Mexico. Nog nooit heb ik Nederland meer aangemoedigd en zo hard gewenst dat ze zouden winnen, aangezien deze wedstrijd nogal cruciaal was voor mijn leven hier in Mexico. De discussie van of no era penal leeft hier namelijk nog dagelijks, de Mexicanen koesteren nog steeds een grote wrok tegenover Nederland en dan vooral el clavadista Robben (Robben “de duiker”) kan niks goed doen. Van te voren hoopte ik dus op een gelijkspel, want als Nederland zou winnen, zou ik niet meer welkom zijn bij mijn Mexicaanse vrienden, en als Mexico zou winnen, zou ik diezelfde vrienden niet meer onder ogen durven komen. Uiteindelijk, na het laatste fluitsignaal, was het eind van mijn gelukkige leven hier dan ook daar: meteen kreeg ik flink wat berichtjes en smsjes van mijn Mexicaanse vrienden, die over het algemeen allemaal dezelfde boodschap bevatten: No era penal en justicia. Gelukkig is de ergste spam inmiddels wel voorbij en kan ik weer rustig leven.

Entonces, ¿qué más? Tussendoor ben ik nog een weekendje naar Sayulita geweest, een strand in de buurt van Puerto Vallarta, wat heel chill, warm en relaxt was en waar ik een nacht op het strand heb geslapen. Een halve week later was het alweer tijd voor het volgende tripje, hetzij wel wat indrukwekkender, we gingen namelijk naar Ciudad de México, hier beter bekend als DF (Distrito Federal). En wat een geweldige hoofdstad heeft Mexico! We vertrokken op donderdag om twaalf uur ’s nachts met de bus, en kwamen vrijdagochtend rond zeven uur aan op het busstation. Vanuit daar namen we de metro naar ons hostel, dat precies midden in het centrum lag, net naast het centrale Zocalo. Bij aankomst in het hostel bleek de man achter de balie Belgisch te zijn, dus kon ik weer even Nederlands praten. Verder was er gratis koffie in het hostel en daar heb ik natuurlijk flink gebruik van gemaakt. Maar het allerbeste aan DF was toch wel de Starbucks die op elke hoek van de straat zat. Niet overdreven, maar om de 500 meter liepen we tegen een Starbucks aan. En de Starbucks hier is een stuk goedkoper dan in Nederland! Hoe geweldig dit ook was, aan het eind realiseerde me ik dat dit me overall toch best veel geld heeft gekost dus dat was wat minder haha. De Starbucks gaf me ook het eerste Kerstgevoel dit jaar. Het is hier namelijk nog steeds gewoon gemiddeld zo’n 20 à 25 graden, met veel zon en zwetende mensen, en dus heb ik hier totaal niet het gevoel dat het december en dus bijna Kerst en Nieuwjaar is. Daarom dat ik, toen ik bij de Starbucks mijn latte kreeg in de gebruikelijke Kerst-beker, me toen pas realiseerde dat de Kerst eigenlijk best wel heel dichtbij was.

Verder heb ik in DF ook mijn eerste echte aanvaring met de Mexicaanse politie gehad (dit klinkt stoerder dan het was). De eerste avond gingen we pulque (traditionele drank gemaakt van agave) drinken op Plaza Garibaldi, een plein in het centrum waar de hele avond honderden mariachis rondlopen en optreden. Rond een uur of één besloten we terug te keren naar het hostel om daar nog een biertje te drinken op het grote dakterras. We kochten de cervezas in een supermarkt en maakten er al vast eentje open voor onderweg. Mijn huisgenootje had nauwelijks één slok genomen, toen er twee Mexicaanse politiemannen op ons afstapten. Eentje begon meteen met: “In wet zoveel en zoveel staat dit en dat, dat je niet mag drinken op straat, en in die wet staat dit bla bla bla…” Eén van mijn huisgenootjes probeerde nog uit te leggen dat we buitenlanders waren en dat mensen ons hadden verteld dat we wel mochten drinken op straat, maar het mocht niet baten. Oom agent was streng: óf we moesten nu 1200 pesos (ongeveer 70 euries) betalen, óf één van ons mocht die nacht 24 uur in de cel doorbrengen, en, zoals de politieagent aanvulde, aangezien het weekend was leek hem dit niet zo’n fijne dag om in de cel te slapen. Dit laatste wilden we natuurlijk helemaal niet, maar 70 euro betalen voor één slokje bier leek ons ook een beetje te veel van het goede. Vandaar dat wij, inmiddels ervaren met het Mexicaanse leven en de mentaliteit, het op een andere manier probeerden. “Kunnen we niet onderling wat regelen?”, stelde mijn andere huisgenootje voor. Hier had de agent wel oren naar en vroeg mijn huisgenootje een eindje mee te lopen naar een plek waar geen straatlantaarn was. Uiteindelijk stemde hij er mee in dat we 600 pesos zouden betalen aan hem en zijn collega, en dat het dan goed zou zijn. Dit vonden we natuurlijk beter en dus werd de zaak in het donker geregeld. Hoewel dit schoolvoorbeeld van de Mexicaanse corruptie ons toch nog wel wat euro’s heeft gekost, konden we er ook wel om lachen, aangezien de agenten zeer duidelijk lieten blijken dat ze het liever zo wilden dan via de regels.

De rest van de tijd in DF verliep ons gelukkig wat beter. We hebben super veel leuke dingen gedaan, zoals de stad op de fiets doorkruist, wat heel erg gevaarlijk was in verband met alle auto’s die echt als gekken rijden, we hebben Teotihuacan bezocht, zijn naar het Museo Frida Kahlo geweest, hebben het grote Museo de la Antropología bezocht en de ruïnes van de Templo Mayor en hebben lekker geluncht en gechilld in el parque de Chapultepec, om enkele dingen te noemen. Zondagavond was het helaas al weer tijd om terug te keren naar Guadalajara, waar we de volgende dag om 8 uur ’s ochtends aankwamen en ik meteen aan het schoolwerk (essays en examen) moest beginnen dat al die tijd op me had liggen wachten. Dat was de enige domper na zo’n leuk weekend.

Dit was dus bijna twee weken geleden en nu is het tijd voor leuke dingen en daarnaast veel chillen. En dit relaxte leven in het mooie Mexico gaat me echt prima af! Na vier maanden moet ik wel eerlijk bekennen dat ik wat kleine dingen van Nederland begin te missen, zoals bijvoorbeeld de kerstsfeer (maar de kou totaal niet!!) en de koffie, want die is hier nog steeds als slootwater. Vandaar dat ik vaak mijn toevlucht zoek tot de Starbucks, maar, ondanks dat het hier een stuk goedkoper is dan in Nederland, heeft dit me toch wel behoorlijk wat geld gekost. Daarnaast is de keuze in vlees hier echt bijzonder karig en het woord “vegetarisch” kennen ze al helemaal niet, dus eet ik voornamelijk veel tonijn en heel soms een keer kip. Achja, nog vier maanden te gaan en dan heb ik weer volop keuze bij de Appie XL. Dat is ook meteen het enige – naast mijn familie, vrienden en voetbalteam – waar ik naar uit kijk, aangezien ik het hier echt prima naar mijn zin heb en eigenlijk helemaal niet weg wil.

Vandaag is het weer tijd voor een nieuwe viaje: vanavond vertrekken we met zijn allen voor een hele lange reis (zo’n 20 dagen) door heel het Zuid-Oosten van Mexico, en zullen we ook nog richting Guatemala en Belize gaan. Natuurlijk heb ik heel veel zin in deze trip, maar het inpakken van mijn backpack was wel even een vervelend klusje, aangezien ik helaas niet mijn gehele garderobe mee kan nemen. Vandaar dus dat ik jullie alvast wil waarschuwen dat het naderhand misschien kan zijn dat ik constant met hetzelfde shirt op de foto sta (geen nood, deze worden tussendoor gewassen in de wasmachines in de hostels). Entonces, mijn volgende blog zal dus nog even op zich laten wachten, aangezien ik pas weer in het nieuwe jaar terug zal keren in Guadalajara. Vandaar dat ik iedereen alvast een hele fijne kerst en een heel gelukkig nieuwjaar wil wensen. Geniet van de oliebollen en de appelbeignets, jullie weten niet hoe jaloers ik ben dat ik deze dit jaar ga missen!

Hasta luego hermosos!

México lindo y querido


¡Holaaa! Tijd voor weer een nieuwe blog! Pffff waar te beginnen? Ik heb de afgelopen tijd zoveel gedaan, meegemaakt en gezien! Van vier achtereenvolgende dagen alleen maar feestjes en tequila tot om acht uur ’s ochtends een zieke berg beklimmen, het is de normaalste zaak van de wereld hier! Net zoals je op en top verkleden als een Mexicaan op vijftien september en om elf uur ’s avonds ¡Viva México! schreeuwen met de rest van het land, of anderhalf uur met zijn achten achterin een pick-up zitten, het kan hier allemaal!

De afgelopen tijd heb ik van veel mensen de vraag gekregen hoe het er nu aan toe gaat hier op de universiteit. Dat kan ik op zich wel begrijpen, aangezien mijn vorige blogs voornamelijk alleen maar over feestjes en uitjes gingen. Vandaar nu dus even een verhaal over de wat meer serieuze zaken. Ik volg hier vier vakken, wat inhoudt dat ik ook maar vier keer per week naar de uni hoef. Van elk vak heb je namelijk maar één les per week, dus ook maar één keer huiswerk. Dit huiswerk is echter wel meteen echt super veel! Voor één les moet ik artikelen van gemiddeld vijftig(!) bladzijdes lezen, helemaal in het Spaans en in een minuscuul lettertype. In vergelijking met de Mexicaanse studenten heb ik het echter niet zo zwaar. Zij volgen namelijk zo’n zeven vakken en zitten elke dag gemiddeld van negen tot acht op school en moeten dan ook nog al die artikelen lezen, pffoee.. Zoals ik van velen van te voren al had gehoord, ligt het niveau van de lessen hier niet zo hoog als in Europa. We moeten dus artikelen lezen en vervolgens in de les stelt de docent vragen over dingen die precies in tekst stonden. Het blijft dus heel erg aan de oppervlakte, terwijl we in Nederland op de uni juist de tekst als basis nemen en er vanuit daar dieper op ingaan. Verder heeft de les meer weg van een praatclub dan van een academische discussie. Iedereen praat door elkaar, iedereen verkondigt zijn eigen mening, dan begint iemand anders ineens over een onderwerp wat totaal niet met de stof te maken heeft, waarna iedereen daar weer op ingaat. En de docent doet zelf ook gezellig mee. Verder wordt het ook niet zo nauw genomen met de lestijden. Zo heb ik bijvoorbeeld op dinsdag een les van zes tot negen ’s avonds. De leerlingen zijn er ongeveer rond kwart over zes, terwijl de docent pas rond half zeven komt aanzetten. Na een tijdje kijkt hij een paar keer op zijn mobiel en vindt hij het wel genoeg geweest. Dit kan om acht uur zijn, half negen of een enkele keer om negen uur (dit laatste gebeurt echt nooit). Elke keer is het dus maar weer een raadsel hoe laat je klaar bent. Verder zijn de lestijden hier over het algemeen nogal gek. De eerste lessen beginnen om zeven(!) uur ’s ochtends, en de laatste les duurt tot negen uur ’s avonds. Een ander leuk voorbeeld is iets wat ik deze week meemaakte. Ik had een les van tien tot een uur en rond kwart voor twaalf was een groepje net begonnen aan hun presentatie, toen een vrouw de les binnenkwam en zei dat ze ons lokaal nodig had. We moesten dus meteen het lokaal verlaten en daarmee was ook meteen de les afgelopen. Een leuke verrassing dus, want dit hield in dat ik donderdag om twaalf uur al weekend had, wiehoe! Ik heb namelijk alleen maar dinsdag ’s avonds, woensdagochtend en ’s avonds en donderdagochtend les, heel erg chill dus! Dit betekent echter niet dat ik de rest van de dagen, naast veel feesten, niks doe. Ik ben namelijk toegelaten tot het dames voetbalteam van de universiteit! We trainen vier keer per week, maar omdat de trainingen plaatsvinden op een andere faculteit op zo’n half uur hiervandaan, kan ik alleen maandag- en dinsdagmiddag meedoen. De trainingen zijn elke keer van een tot drie ‘s middags, net dus wanneer het superwarm is, dus dat is nog wel een beetje wennen. Daarnaast is het niveau echt een stuk hoger dan dat ik had verwacht! Mijn teamgenootjes (alleen maar Mexicanen) zijn ook allemaal erg aardig, hoewel ze toch nog vaak over Robben en “No era penal” beginnen. Deze “No era penal, ¡si era penal!” discussie heb ik trouwens echt al duizend keer gevoerd. Als ik tegen Mexicanen vertel dat ik uit Nederland kom, antwoorden ze meteen met “¡No era penal!”, waarna ik er vervolgens natuurlijk altijd fel tegen in ga haha. Dit heeft er mede toe geleid dat op de tweede training een paar meisjes uit mijn team me “Robben” noemden, omdat ze mijn naam vergeten waren maar nog wel wisten dat ik uit Nederland kwam. Achja, dat beschouw ik maar als een compliment. Om op de training te komen moet ik eerst zo’n twintig minuten met de tren ligero, de metro, en daarna nog zo’n vijf minuutjes met de bus. Het openbaar vervoer is hier helaas niet zo goed geregeld als in Nederland (verrassing). Er is geen dienstregeling, dus je moet maar een keertje aanlopen en geluk hebben dat de bus of metro niet net voor je neus wegrijdt. Als dit gebeurt is dit echter niet een super groot probleem, aangezien er zo’n vijf tot tien minuten later weer een bus/metro aankomt. Op zich vind ik het wel fijn dat er geen dienstregeling is, want als je een bus mist dan heb je gewoon pech en wacht je gewoon even een paar minuten. Een groot minpunt aan de bus is echter wel dat het totaal niet comfortabel is! Er zijn ongeveer zo’n twaalf zitplekken, terwijl er altijd wel dertig mensen mee willen. Dit betekent dus dat de rest allemaal moet staan, maar hier houdt de buschauffeur totaal geen rekening mee. De stijl van rijden hier is echt verschrikkelijk! Ze rijden heel hard op iets af, remmen dan ineens abrupt en trekken gelijk weer super snel op. Tot nu toe ben ik gelukkig nog geen enkele keer gevallen, maar ik durf te wedden dat dit een keer gaat gebeuren (ik houd jullie op de hoogte).

Voor de rest heb ik de afgelopen tijd mooie steden gezien en heel veel leuke dingen meegemaakt. Hoogtepunt was toch wel el día de la Independencia en de voetbalwedstrijd van Chivas in het stadion Omnilife. Elk jaar op zestien september is het in Mexico día de la Independencia. Nu 204 jaar geleden deed de priester Hidalgo zijn grito waarmee hij de Mexicaanse bevolking opriep om te strijden voor onafhankelijk van de Spanjaarden. Jaarlijks op vijftien september rond een uur of elf wordt deze grito overal in Mexico herhaald, zowel in de kleinste dorpjes als in grote steden zoals Ciudad de México. Met drie andere huisgenootjes hadden wij er voor gekozen om mee te gaan met de Independencia Trip van Conexión. Op vrijdagavond om twaalf uur ’s nachts vertrok de bus, waarna we in de bus acht uur de tijd hadden om te gaan slapen. Helaas lukte dit niet echt, aangezien de begeleiders weer met hun vertrouwde fles tequila aankwamen en wij helaas net de verkeerde plaatsen hadden gekozen waarbij de stoelen niet in chill-stand konden worden gezet. Uiteindelijk kwamen we rond acht uur ’s ochtends dus brak en bezopen aan in Peña de Bernal, een klein, mooi dorpje dat ook bekend staat als pueblo magico. Aan de rand van dit dorpje was een hele grote berg die we met zijn allen gingen beklimmen. Heel mooi en leuk, maar het was echter wel nog steeds acht uur ’s ochtends en bijna iedereen had amper geslapen, dus de tocht naar boven verliep voor velen nogal moeizaam en de vele spinnen en insecten onderweg zorgden voor veel gegil (van mijn kant in ieder geval dan). Het uitzicht maakte echter een hoop goed. Na deze slopende uitputtingstocht hadden we de tijd om wat op krachten te komen in het centrum van het dorpje. Een paar uur later vertrokken we weer met de bus om verder te rijden naar Guanajuato. Dit is een hele mooie stad in de bergen op zo’n vier uur rijden van Guadalajara. Hier zouden we het hele weekend verblijven in een hotel en de grito bijwonen. Toen we uiteindelijk bij het hotel aankwamen, zijn we eerst gaan slapen en daarna gaan eten. Vervolgens was er pool party bij het zwembad van het hotel en de DJ die alleen maar techno draaide, de vele beerpong tafels, de onbeperkte tequila en - niet te vergeten - alle leuke en aardige mensen maakten ook dit feest weer tot een succes. Na dit feest was het natuurlijk nog geen tijd om te slapen en vertrokken we met zijn allen naar een bar in de stad. De volgende dag stond er om één uur een rondleiding in de stad met een gids op het programma. Dit werd echter natuurlijk wat later (twee uur), aangezien iedereen, inclusief de mensen van Conexión, nogal brakjes was en de nodige moeite had met opstaan. De rondleiding was heel interessant en Guanajuato is echt een super mooie stad. Het is gebouwd tegen de heuvels aan en de kleine huisjes, die allemaal een verschillende kleur hebben, staan zo dicht tegen elkaar aan dat het lijkt alsof ze op elkaar gestapeld zijn. De steile beklimming naar de mirador was wel even zwaar, maar het uitzicht was het meer dan waard. Daarna mochten we nog zo lang in de stad ronddwalen als we wilden en ’s avonds was er (natuurlijk) een barra libre feest in het hotel, waarna we vervolgens met zijn allen weer naar een bar in de stad gingen. Deze keer maakten we het echter niet zo heel laat, aangezien we de volgende dag al om elf moesten vertrekken naar San Miguel de Allende. Dit is een klein koloniaal stadje met keistenen straatjes die alle kanten opslingeren. Hier mochten we de hele middag verblijven en hebben we heel veel foto’s gemaakt, pizza gegeten, mariachis aanschouwd en de groepen kinderen aangemoedigd die met het onafhankelijkheidsvuur in de hand door de straten gingen. Verder kwamen we ook een man met een ezel tegen en mijn huisgenootjes wilden graag met hem op de foto. Ineens pakte de man mij op en zette mij zo op de ezel! Dit vond ik helemaal niet fijn en was heel erg bang dat de ezel het ineens op een lopen zou zetten haha, maar gelukkig hield hij zich rustig. Rond vijf uur liepen we weer terug richting de bus, aangezien we rond half zes weer terug zouden rijden naar ons hotel in Guanajuato. Natuurlijk waren heel veel mensen weer te laat, maar uiteindelijk vertrok de bus en in het hotel hadden we weer even wat tijd om te slapen, voordat we ons moesten klaarmaken en omkleden voor el grito. Het is hier namelijk de gewoonte om je op deze Onafhankelijkheidsdag op en top te verkleden als Mexicaan, dus hadden van te voren thuis al heel wat attributen ingeslagen, namelijk een snor, een klein gitaartje, een groen-wit-rode armband en een bijpassende klem voor in ons haar. Aangevuld met Mexicaanse vlaggetjes op onze wangen vertrokken we met zijn allen richting een groot plein in de stad, waar in het midden aan een grote vlaggenstok een enorme Mexicaanse vlag wapperde van wel vijftien bij vijf meter. Op het plein was het stampend druk en iedereen was verkleed en wachtte tot het eindelijk elf uur was. Rond tien voor elf werd het volkslied aangeheven en om klokslag elf uur werd er “Viva Hidalgo”, “Viva Allende” geroepen en heel wat Viva’s later was het tijd voor de laatste grito: “¡Viva México!”, waarna er van alle kanten vuurwerk werd afgeschoten en er een hele lichtshow was die wel een half uur duurde. Na deze festiviteiten keerden we weer terug naar het hotel, waar de After Grito plaatsvond, compleet met barra libre en al. De volgende dag was het helaas alweer tijd om het hotel te verlaten en terug te keren naar Guadalajara.

Afgelopen zondag was het dan eindelijk tijd voor voetbal! Chivas, één van de drie teams van Guadalajara, speelde thuis tegen Querétaro, de ploeg waarbij sinds dit seizoen niemand minder dan Ronaldinho voetbalt. Dit kon ik natuurlijk niet voorbij laten gaan en samen met drie huisgenootjes konden we alleen nog maar de dure kaartjes (van vijftien euro per stuk) kopen, in de onderste ring aan de zijkant van het goal. De wedstrijd zou om vijf uur beginnen dus vertrokken we hier rond een uur of drie. We wisten dat het stadion niet naast de deur was, maar we dachten dat we er toch wel binnen een uur zouden zijn. Eerst moesten we een kwartiertje met de tren ligero en daarna nog zo’n twintig minuten met de bus. Het stadion is heel onhandig gelegen, tussen een grote snelweg en de bergen in. De dichtstbijzijnde bushalte was op de snelweg, dus stapten we daar maar uit. We moesten een stukje lopen en zagen toen dat het stadion eigenlijk nog best wel ver weg was, ik schat op zo’n vier kilometer. Daarnaast was de weg er naartoe ook niet vlak, maar ging omhoog en omlaag, en er liepen heel veel mensen. Na een kilometer lopen kwamen we ineens bij een rij uit, waar we heel lang moesten wachten en wat uiteindelijk een controle bleek. In Nederland in het stadion word je vaak maar één keer gecontroleerd, wanneer je het stadion ingaat, dan moet je door van die poortjes en daarna worden tassen gecontroleerd. Hier ging dat echter was minder gestructureerd. Midden op de weg stond een soort van partytent, waar een handjevol politieagenten de toeschouwers staande hield en hun tassen ging controleren. Aangezien dit zo ongeorganiseerd verliep, was de rij super lang en duurde het een eeuwigheid voordat we deze controle door waren. Daarna was het nog zo’n twee kilometer lopen tot het stadion en toen we daar aankwamen, bleek dat er maar twee(!) ingangen waren, nogal weinig voor een stadion met een capaciteit van zo’n vijftig duizend toeschouwers! Voor de ingang was weer een controle en een politievrouw vertelde me dat ik mijn camera niet mee naar binnen mocht nemen en dat ik deze af kon geven bij een andere partytent en deze na de wedstrijd weer zou kunnen ophalen. Dit vond ik heel raar want normaal mag je altijd een camera meenemen. Maar goed, we liepen richting de partytent aangezien mijn Franse en Spaanse huisgenootje beiden een riem omhadden en deze moesten inleveren. Mijn Spaanse huisgenootje had echter ook een camera in zijn broekzak en ik vroeg hem of hij deze ook moest inleveren. Hij zei dat dit niet hoefde en dat we gewoon foto’s konden maken. Dit was dus heel vreemd, aangezien ik wel mijn camera moest inleveren maar mijn riem mocht omhouden, terwijl mijn huisgenootje zijn camera wel mee naar binnen mocht nemen en zijn riem moest inleveren. Vervolgens heb ik dus mijn camera gewoon bij me gehouden en bij de (gelukkig) allerlaatste controle bij de ingang van het stadion, bleek de camera helemaal geen probleem te zijn en kon ik hem gewoon mee naar binnen nemen. Uiteindelijk waren we dus binnen in het stadion en konden we onze stoeltjes gaan opzoeken, terwijl het inmiddels wel al dus een uur verder was vanaf het moment dat we de bus uitstapten. De wedstrijd, en dan vooral Ronaldinho, maakte gelukkig een hoop goed. Het spel van Chivas was namelijk nogal belabberd; er zat totaal geen beweging in het spel, ze speelden alleen maar lange ballen door het centrum en niemand probeerde ook maar één keer een mannetje te passeren. Het spel was echter wel heel lachwekkend; spelers van dezelfde ploeg die tegen elkaar opbotsen terwijl ze voor dezelfde bal proberen te gaan, een aanvaller die alle ruimte en tijd heeft voor een goede voorzet en vervolgens de bal raakt zoals iemand die voor de eerste keer voetbalt en spitsen die drie niet te missen kansen krijgen en drie keer dik over de bal heen maaien. De sfeer was echter wel super leuk en het was fijn om weer eens naar het stadion te gaan. Uiteindelijk werd het 4-1 voor Querétaro. We hebben een taxi genomen naar huis en dit bleek een stuk comfortabeler dan de verschrikkelijke weg per bus en metro.

Inmiddels zijn we nu alweer een paar dagen en een paar feestjes verder en heb ik alweer weekend. Dit betekent echter niet dat ik lekker rustig aan kan doen, aangezien het deze zaterdag tijd is voor mijn verjaardag en er daarom hier in huis natuurlijk een heel groot feest zal worden gehouden, compleet met DJ, security, een promotieteam dat gratis drankjes uitdeelt en natuurlijk heel veel tequila. Helemaal priem dus! Toch lijkt het me wel een beetje raar om mijn verjaardag te vieren zonder mijn familie en zonder mijn vrienden, wetende dat ze niet kunnen genieten van de lekkere taart die ik ga bakken. Maar die houden jullie tegoed. Al dan niet via een foto, of in het echt als ik weer in Nederland ben. We zien het wel. ¡Hasta luego!

Qué vida maravillosa

Alweer bijna twee weken geleden dat ik mijn laatste blog schreef, en bijna drie weken dat ik Nederland verliet. De tijd gaat zo snel! En er zijn zoveel leuke dingen om te doen! Elke dag zit volgepakt met uitstapjes, tortillas, tequila en slapen en nu is dan ook nog eens de uni begonnnen. Druk druk! Gelukkig is er wel altijd tijd om uit te gaan.

Uitgaan is hier heel leuk en heel goedkoop. Meisjes mogen namelijk overal gratis naar binnen en daarna mogen ze ook gratis drinken! Woensdag gingen we met de meisjes van het huis naar een club en daar kregen we eerst allemaal gratis fancy cocktails (heel lekker) en daarna kwam de barman constant met flessen tequila aanlopen. Fiesta time dus! De volgende dag moesten we eerst allemaal heel erg uitslapen, en ’s avonds was het alweer tijd voor het volgende feestje: een Welcome Party van Conexión, een organisatie die allemaal dingen organiseert voor internationale studenten en waarvan wij ons huis hebben. Sinds vorige week woont er ook een Spaans meisje in ons huis. Twee Mexicaanse vrienden van haar kwamen ons met de auto ophalen. In de auto passen vijf mensen en wij waren met zijn achten, maar dit was natuurlijk geen enkel probleem! Met zijn vieren achterin en met zijn vieren voorin zaten we gezellig op elkaar gepropt. Gelukkig was het niet zolang rijden naar de bar, maar onderweg reed er ineens een politieauto achter ons! Toen zijn we snel een straat ingeslagen en hebben een paar rondjes gereden totdat we ze niet meer zagen. Uiteindelijk kwamen we bij het feestje, wat dus voornamelijk een internationaal feestje was met mensen van over de hele wereld, heel leuk dus! Helaas kwam ik geen Nederlanders tegen, maar er zijn wel heel veel Duitsers en Fransen. Weer was er gratis entree en een enorme beker van een halve liter tequila kostte maar 1 peso (5 eurocent). Na het feestje gingen we nog even naar een andere bar, voordat we op de terugweg langs gingen bij Tito’s, een tacotentje langs de weg die de hele nacht door tortillas en quesadillas verkoopt. Dit was weer heerlijk en met de hele auto volgeladen gingen we huiswaarts. De volgende dag was het weer tijd om uit te slapen en ’s middags kwamen de twee Mexicaanse vrienden van mijn Spaanse huisgenootje ons ophalen om naar Tlaquepaque te gaan. Dit is een klein dorpje binnen de stad Guadalajara, met een heel klein centrum en heel veel leuke kleine winkeltjes vol met handgemaakte producten. Eerst hebben we even door het centrum gelopen en daarna was er een show van voladores, traditioneel geklede mannen die op een hele hoge paal zitten en er daarna tegelijk vanaf “vliegen” door rond te draaien en zo gaan ze heel langzaam naar beneden. Deze voorstelling trok erg veel publiek en naderhand gingen we nog op de foto met deze mannen. Daarna zochten we een restaurant op in het centrum, eentje met een groot half overdekt terras buiten, waar overal tijdens het eten bij de tafels mariachis speelden. In het midden was een soort van podium waar rond een uur of tien een paar traditionele dansers uit Jalisco optraden op bekende mariachi muziek. Dit was echt super leuk en mooi om te zien! Daarna gingen we snel naar huis om te slapen, omdat het de volgende zaterdagochtend eindelijk tijd was voor het langverwachte tripje naar Tequila. Dit werd georganiseerd door Conexión en de aanvang was tien uur, dus we moesten al vroeg opstaan. Rond vijf voor tien waren we op de plaats van vertrek, maar we vertrokken uiteindelijk (natuurlijk) pas om tien voor elf. Gelukkig konden we een beetje uitrusten in de bus maar slapen zat er niet in, aangezien we in een oude bus reden en de weg constant vol zat met gaten. Daarnaast kwamen de begeleiders van Conexión al meteen met flessen tequila langs, om iedereen in de bus een shotje te geven als bienvenida. Na een uurtje rijden kwamen we aan bij een van de honderden agave velden. De natuur hier was echt super mooi met bergen en heel veel planten. Op het veld konden we foto’s maken en er was een man die uitleg gaf over hoe het proces van het oogsten van een agave in zijn werk gaat en over hoeveel jaar een agave moet groeien totdat hij geschikt is voor de productie van tequila. Dit was allemaal heel interessant, maar het was echt super warm op het agave veld, zonder enig zuchtje wind. Na dit bezoek aan het veld reden we met de bus door naar het dorpje Tequila. Hier hadden we een uur de tijd om vrij rond te lopen, alvorens we met de bus verder gingen naar de tequilafabriek van het merk Don Roberto. Hier kregen we een rondleiding door de fabriek en een gids vertelde hoe tequila wordt gemaakt. Uiteindelijk kwamen we buiten uit bij een groot grasveld waar aansluitend een feest was met, zoals altijd, open bar. Ook was er eerst nog gratis eten voor iedereen en daarna kwam er een dj en konden we zoveel tequila van Don Roberto drinken als we wilden. Verder waren er een paar tafels om beerpong te spelen, hetzij niet met bier maar met tequila, er was een soort van rodeo stier, alleen deze was niet in de vorm van een stier maar in de vorm van een chilipeper, en ten slotte waren er piñatas voor de mensen die dat leuk vonden om te doen. Het feest was heel leuk en gezellig en er waren heel veel aardige mensen. Uiteindelijk heb ik de hele middag beerpong lopen spelen met een paar Mexicanen en mijn huisgenootjes gingen nog op de rodeo peper. De tequila was heel lekker, maar op een gegeven moment waren alle flessen leeg! Gelukkig waren we op het terrein van Don Roberto, dus het barpersoneel ging snel een nieuwe voorraad halen uit de fabriek. Rond een uur of twaalf was het feest afgelopen, maar moesten we nog wel een uur terugrijden naar Guadalajara. Maar gelukkig hielp de tequila hier ook bij, want ik viel meteen in slaap in de bus en werd pas wakker toen we weer thuis waren.

De volgende dag gingen we met zijn allen van het huis naar San Juan de Dios, de grootste overdekte markt van Latijns-Amerika met een oppervlakte van 4000 vierkante meter. Ze verkopen hier echt alles! De kraampjes zijn best wel klein en staan dicht op elkaar, dus je moet echt samen blijven anders raak je elkaar kwijt. Hier op de markt ging ik even wat schriften kopen, aangezien de universiteit de volgende dag zou beginnen. Namelijk maandag om twee uur hadden we onze bienvenida op de uni. Twee huisgenootjes moesten er ook naar toe, dus vertrokken we hier rond half twee, aangezien het ongeveer een half uurtje lopen was. Ik had half het adres opgezocht en wist een beetje welke richting we op moesten, maar meer ook niet. Mijn huisgenootje had echter een adres op haar mobiel dat compleet de andere kant opging. Na twintig minuten lopen keek ik toch maar even naar het adres op haar mobiel en het bleek dat dit een adres was voor als je niet naar de bienvenida kon komen. Inmiddels was het al tien voor twee en we zaten dus helemaal verkeerd. We hebben snel een taxi genomen en uiteindelijk kwamen we rond kwart over twee op de uni aan. Het maakte natuurlijk helemaal niet uit dat we een kwartier “te laat” waren, want uiteindelijk begon het toch pas om drie uur. Ondertussen kregen we wel te eten en te drinken dus dat was fijn. De bienvenida was meer een soort informatiebijeenkomst en rond half vijf toen het was afgelopen, werden we in de collegezaal ineens verrast met een optreden van een mariachi band. Heel leuk dus! Verder werd duidelijk dat we de eerste twee weken de tijd hebben om naar elke les te gaan die we leuk vinden, om te kijken of dit vak ons wat lijkt of niet, aangezien er nergens beschrijvingen van de cursussen zijn en je dus maar alleen van de titel moet uitgaan. Tot nu toe heb ik vorige week twee lessen gevolgd maar deze duurden allebei maar vijf minuten, de ene keer omdat de leraar zijn kinderen van school moest halen en de andere keer omdat de lerares een vergadering had. De klaslokalen zijn trouwens echt heel klein en er zijn geen tafels, maar van die stoeltjes met een tafeltje er aan vast. Dit tafeltje is echt heel klein, je kan er alleen een pen en een klein schriftje op kwijt, en de stoelpoten zijn vaak ongelijk. Heel erg comfortabel dus allemaal haha! Maar wel prima hoor, hoewel de lessen vaak drie uur duren en er tussendoor maar één pauze is van een kwartier. Maar daar wen ik wel aan (hoop ik). Na deze zware tien minuten op de uni was het afgelopen fin de semana tijd voor het Beach Festival van Conexión. Dit wordt eens per jaar georganiseerd en dit is vierdaags durend festival op het strand aan de Grote Oceaan. Minpuntje is wel dat het best wel duur is en daarom hadden we met het huis besloten om op eigen gelegenheid te gaan. De bus van Conexión vertrok donderdagavond, maar omdat één van mijn huisgenootjes vrijdag nog college had, zijn wij pas vrijdagavond vertrokken. En wat een reis was dat! We zouden ’s middags om drie uur vertrekken, maar omdat we donderdagavond uit waren geweest werd dat natuurlijk wat later. Uiteindelijk vertrokken we rond half negen en er werd gezegd dat het zo’n vier uur rijden was. We waren met vier meisjes van het huis, de twee Mexicanen (Leo en Luis) en nog een andere Mexicaanse vriend, dus met zijn zevenen in totaal. Voorin zaten drie mensen, en wij zaten met zijn vieren achterin gepropt, niet zo heel comfortabel dus, maarja voor vier uurtjes was het te doen. Maar helaas werd het toch wat langer. Onderweg blèrden we allemaal mee met de cd met Mexicaanse klassiekers en na bijna vijf uur rijden kwamen we aan in Puerto Vallarta. Dit is een stad aan de kust en om even de benen te strekken zijn we naar het strand gelopen (wat heel dichtbij was) om de zee te zien. Toen we daarna weer verder reden, bleek ineens dat het strand waar het festival was, Playa Mayto, nog op zo’n twee uur rijden was. In de auto werd het steeds moeilijker om in een comfortabele houding te zitten en slapen lukte niet meer, terwijl we allemaal steeds meer moe werden. Uiteindelijk zagen we de bordjes met Playa Mayto en we dachten dat we er bijna waren. De Mexicaanse jongen had een GPS op zijn telefoon en die gaf aan dat we nog maar twintig kilometer moesten. De wegen werden echter steeds slechter en steeds meer afgelegen en uiteindelijk sloegen we een zandpad in. Deze “weg” kronkelde helemaal door de bergen en er was totaal geen straatverlichting, het leek wel of we in een oerwoud terecht waren gekomen. De weg had heel veel bochten en omdat het een soort van modderachtige bodem was die vol zat met gaten en plassen water moesten we heel langzaam rijden. Inmiddels was het ongeveer een uur of vier ’s nachts en omdat het zo’n afgelegen plek was, hadden we ook geen bereik met onze mobiel. De GPS werkte echter nog wel (gelukkig). Verder was het echt muisstil, op het gezoem van honderden insecten na, en we kwamen geen enkele auto tegen, alleen maar een paar honden, varkens en paarden. De weg werd opnieuw steeds slechter en op een gegeven moment moesten we een paar keer uitstappen om stenen te verplaatsen, of omdat we anders teveel gewicht in de auto hadden. Ik wilde echter echt niet uitstappen, ik vond deze omgeving namelijk echt totaal niet prettig. Als ervaren CSI en Criminal Minds kijker had ik allemaal scenario’s in mijn hoofd, dat er ineens iemand uit de bosjes tevoorschijn zou springen of dat de auto kapot zou gaan en dat we niemand zouden kunnen bellen aangezien er geen bereik was. We reden nog maar met een snelheid van vijf kilometer per uur en uiteindelijk kwamen we op een groot veld waar een huis was. Aangezien het bijna zeven uur ’s ochtends was, waren de bewoners al wakker en wilden net gaan ontbijten. Leo stapte uit en vroeg of dit de goede weg was naar Playa Mayto. Het bleek dat er twee wegen waren en deze die wij hadden gekozen was de meest verschrikkelijkste, de andere was gewoon een geasfalteerde weg. We gingen echter wel de goede kant op en waren er nu echt bijna. Ik was opgelucht en voelde me een stuk beter nu ik wist dat we de goede kant opgingen. Even later konden we vanuit de auto de zee al zien en de omgeving met alle bergen was echt heel mooi. Rond acht uur ’s ochtends kwamen we eindelijk aan bij het festival, waar sommige mensen net wakker werden maar wij meteen onze tent opzetten en gingen slapen, hetzij zonder luchtbed of matras maar lekker alleen op een deken. Dit lukte aardig, maar rond tien uur ‘s ochtends was het zooooo warm in de tent dat we wel moesten opstaan. Daarna hebben we de hele dag in de zee gezwommen en in de zon gelegen, terwijl een dj techno draaide en het barpersoneel constant met tequila kwam aanzetten. ’s Avonds kregen we lekker eten en daarna was het tijd voor een Colors Party op het strand. De mensen van de organisatie liepen rond met bakken vol kleurige poeder en iedereen gooide elkaar onder, heel leuk! Minpuntje was echter dat mijn kleren op het einde helemaal onder de kleurstof zaten en mijn gezicht ook. Gelukkig waren er prima douches en mijn kleren kwamen vandaag als nieuw uit de wasmachine. Zondag was het tijd om een beetje uit te slapen en daarna moesten we alweer gaan. De dag ervoor kwam ik een Mexicaanse jongen tegen die ik kende van het tripje naar Tequila en ik had hem verteld over onze oncomfortabele heenreis met zijn zevenen. Hij hoorde bij de organisatie en vertelde me dat we, als we wilden, ook met de bus van Conexión mee terug konden rijden. Veel chiller dus! Samen met mijn Spaanse huisgenootje zijn we de bus ingestapt en daarna hebben we bijna de hele weg (nu maar zeven en half uur) liggen slapen.

Vandaag heb ik eindelijk een rustig dagje. Ik hoef pas morgen weer naar college, deze keer hopelijk voor wat langer dan vijf minuten. Voor de rest staan deze week de nodige feestjes weer op het programma en zondag ga ik met wat Mexicaanse vrienden naar een voetbalwedstrijd van Chivas, super leuk dus! Blijkbaar is het niveau wel wat minder dan in Nederland, dus ik ben benieuwd. Maar eigenlijk maakt het me niet zoveel uit of het goed of slecht is. Zolang er maar voetbal is en er veel liedjes worden gezongen ben ik tevreden. ¡Adelante, Chivas!

Mucha comida y mucha bebida


¡Buenas tardes!
Na een weekje México ben ik nog steeds zo enthousiast als toen ik hier net aankwam. Al was het vorige week om alles, dan is deze week zeker wel om la comida y la bebida. Maar ook de fiestas hebben indruk gemaakt. Vorig weekend was het tijd voor de eerste en dit was echt geweldig.

Van te voren wist ik niet zo goed wat ik me hier bij een fiesta moest voorstellen. Uiteindelijk bleek het heel anders dan De Kneus of de 3G. We gingen met zijn vieren van het huis en er was ook nog een vriend van mijn Spaanse huisgenoot. Julio (de Chileense Bakermat-kenner) kwam ons ophalen met zijn pick-up en ik mocht gelukkig voorin zitten samen met mijn Franse huisgenootje. De andere drie moesten achter in de laadbak van de pick-up gaan zitten. Dit had ik ook al eerder gezien en dit is gewoon normaal hier. Overdag mag het gewoon, maar ’s avonds is het eigenlijk verboden. Daarom hebben we onderweg ook een paar keer ineens op de stoep moeten parkeren, omdat we de oranje-rode lichten van de politie zagen aankomen. Onderweg zagen we op een gegeven moment een motor waar 4 mensen opzaten! Zelfs Julio gaf toe dat dit toch wel gevaarlijk was. Voor de rest was de auto natuurlijk ook weer heeeeel veilig: geen riemen, geen achteruitkijkspiegel en de buitenspiegels waren ooit afgebroken en nu met touw en plakband vastgemaakt. Uiteindelijk waren we bijna bij het feestje want we konden de muziek al vanaf ver horen. Het bleek dus totaal geen feestje zoals ik ze in Nederland gewend ben. Het was in kleine, doodlopende straat, en de mensen zaten of stonden overal. In het midden speelde een (soort van) mariachi band en op de stoep stond een grote pick-up waarvan de laadbak helemaal vol lag met ijs waar wel honderd blikjes bier in lagen. Dit was echt super handig want hierdoor bleef het bier prima koud! Het bier smaakt wel anders dan in Nederland. Je hebt hier verschillende soorten en er is zelfs een light versie! Dat is wel een beetje gek, zo heb je ook light melk enzo. Maar Corona is hier gewoon het normale bier wat je krijgt als je een cerveza bestelt in de bar. Verder bij het feestje waren er ook tacos. Een huis was open en hier stonden een paar tafels met een soort van grote pan waarin pakketjes tortillas lagen, die je vervolgens zelf met allerlei verschillende dingen kon beleggen. Er was een hele grote pot salsa con chile, maar er was gelukkig ook een klein bakje sin chile. De tortillas zaten zelf al vol met vlees en kaas dus je hoefde er alleen nog maar wat groenten en saus bij te doen en daarna lekker met je handen eten. Natuurlijk was het echt suuuper lekker, zoals al het eten hier, maar de porties zijn echt enorm. Julio zei dat ik niet bang moest worden om aan te komen…(nu ben ik dus wel bang). Verder was het feestje echt super leuk en de sfeer was heel gezellig met alle Mexicanen. Er waren kleine kinderen maar ook opa’s en oma’s die allemaal meezongen met de bekende liedjes van de mariachi band en salsa dansten. Rond een uur of twee ging de mariachi band naar huis en besloten wij een club in het centrum op te zoeken. Een Corona kostte hier maar 1,50 euro en de muziek was vooral techno, een heel ander feestje dan eerder op de avond dus maar ook helemaal priem. Minpuntje was echter dat ik mijn tweede biertje al na het eerste slokje per ongeluk uit mijn handen liet vallen, en aangezien het geen Tivoli was met aardige barmannen kreeg ik helaas geen nieuwe.

Maandagavond gingen we uiteten bij Tomate, een restaurant in de moderne wijk Chapultepec. Dit is een echte wijk voor jongeren, met veel restaurants, winkels en clubs. We bestelden een kleine portie eten (wat nog steeds 300 gram was) en vervolgens kregen we een enorme bord vol met vlees, groenten en kaas. Op tafel werden allerlei bakjes neergezet met verschillende soorten salsa, van mild tot ziek pittig, en bakjes met kruiden, limoen, tomatensalade en tortillas. De tortillas kon je vervolgens vullen met het vlees en alles van de rest wat je wilde. Ik weet dat ik constant in herhaling val, maar dit was echt gewoon weer super lekker. Na zo’n drie tortillas zaten we allemaal vol, terwijl ons bord nog lang niet leeg was. Dit was echter geen probleem want er werd voor ons meteen een doggy bag klaargemaakt.

De volgende dag gingen we met zijn vieren weer richting Chapultepec. Mijn Spaanse huisgenoot had een restaurant opgezocht om te gaan lunchen, Boca del Cielo, en hij was hier helemaal enthousiast over. Toen we hier aankwamen bleek het echter een visrestaurant te zijn, dus alles was met vis. Zoals velen weten vind ik vis echt verschrikkelijk vies, dus dat was niet zo chill. Gelukkig bleken ze één gerecht met tonijn te hebben, dus heb ik dat maar genomen. Uiteindelijk was het best wel lekker! Daarnaast hingen er een paar tv’s in de zaak waar ze live Real-Sevilla uitzonden, helemaal perfect dus! Na de lunch ging mijn Japanse huisgenootje een vriendin meeten en mijn Duitse huisgenootje moest naar de uni, dus bleef ik alleen over met de Spaanse visliefhebber. Samen zijn we naar het centrum gelopen en hebben lekker de toerist uitgehangen, compleet met fotocamera en al. We hebben de muurschilderingen van José Orozco bekeken in het Instituto Cultural Cabañas en in El Palacio de Gobierno en zijn daarna nog op zoek gegaan naar een Mexicaanse vlag voor mijn huisgenoot. Helaas konden we die niet vinden, maar we kwamen wel een grote supermarkt tegen waar ze filterkoffie verkochten, helemaal geweldig dus! Met deze fantastische aanwinst in de tas zijn we terug gelopen naar ons huis, waar we onze doggy bag uit de koelkast konden pakken om weer te genieten van een heerlijke Mexicaanse maaltijd.

Zodoende dus weer alleen maar positieve berichten vanuit Guadalajara! Volgende week maandag begint de uni, dus ik geniet nog even van mijn weekje vakantie. Zaterdag staat er een tripje naar Tequila op het programma, met een onbeperkte proeverij, veel Mexicaans eten en natuurlijk aansluitend een fiesta, dus daar kijken we allemaal heel erg naar uit. Ik hoop echter wel dat ik me er daarna nog iets van zal kunnen herinneren, zodat ik terug in Nederland de echte tequila kenner kan uithangen. Ik houd jullie op de hoogte!

¡Hasta pronto!
XXX

¡Viva México!


¡Holaaaa a todos!
Eindelijk, Mexico! Het is echt helemaal geweldig hier! Aardige mensen, lekker weer, fantastisch eten, liters tequila en genoeg feestjes. Ik ben hier nu pas 3 dagen maar het lijkt al echt een stuk langer.
Het begon dus allemaal op woensdag 6 augustus. De wekker stond om 3.30 uur omdat we al om 4.45 uur moesten vertrekken naar Düsseldorf Airport. Dat was wel ff moeilijk dus! Gelukkig had ik daarna even de tijd om te slapen in het vliegtuig naar Madrid, waar ik nog twee uur moest wachten en daarna 11 uur lang in het vliegtuig zat naar Ciudad de México. Eerst had ik hier nog een beetje tegen op gezien, zo lang had ik nog nooit in een vliegtuig gezeten. Uiteindelijk viel het echter reuze mee. We kregen super veel eten en zelfs een kussentje en een dekentje om te slapen. Hier heb ik dan ook flink gebruik van gemaakt en tussen het slapen door kon ik lekker Harry Potter en de Steen der Wijzen en The Big Bang Theory kijken: helemaal prima dus! Daarna moest ik in Ciudad de México voor de laatste keer nog overstappen naar Guadalajara. Deze vlucht duurde maar een uurtje, dus dat was makkelijk te doen. Toen ik daar aankwam was ik wel echt heel erg moe, aangezien ik al zo'n 22 uur wakker was. Ik wilde heel graag heel lang gaan slapen. Maar dat ging niet zoals gepland. De reis in totaal was echt heel goed verlopen, maar op het vliegveld van Guadalajara ging het mis. Ik zou opgehaald worden door iemand van de organisatie via welke ik een kamer heb, maar toen ik in de aankomsthal kwam was diegene er niet. Ik had van te voren al gedacht dat ze sowieso te laat zou zijn, want in Mexico nemen ze het niet zo nauw met de tijd. Zo kon ik bijvoorbeeld op het vliegveld in Ciudad de México nergens een klok vinden! Ook hier in mijn huis hangt er alleen maar één klok in de keuken. Maarja, als ongeduldige Nederlander vond ik het na een kwartier lang wachten wel genoeg, dus belde ik het nummer dat ik door had gekregen. Het meisje nam op en vroeg waar ik stond en zei dat ze er zo aankwam. Bijna twee uur later was ze er echter nog steeds niet. Ik heb haar nog een paar keer proberen te bellen maar na die ene keer nam ze niet meer op. Ik dacht telkens: ze komt er zo wel aan. Maar niet dus. Na een uur wachten kwam er een vrouw naar me toe van ProjectsAbroad, een organisatie die vrijwilligerswerk in Mexico voor jongeren regelt. Zij kwam een Deense jongen van het vliegveld halen en ze vroeg me of ik opgehaald zou worden. Ik legde haar mijn situatie uit en ze was meteen heel vriendelijk en behulpzaam en liet me op haar telefoon het nummer van de organisatie opzoeken zodat we het konden bellen. Dit nummer werd echter ook niet opgenomen en de vrouw (Jerylee) zei dat er over 20 minuten een van haar collega's nog een meisje zou komen ophalen en dat als ik dan nog niet was opgehaald, ik aan hem zou kunnen vragen of ik met hem mee kon gaan. Inmiddels was ik dus al anderhalf uur in Guadalajara en ik was echt super moe. De vrouw van mijn organisatie kwam niet meer en een half uur later zag ik de collega van Jerylee lopen. Hij was al door haar ingelicht en ik kon met hem mee. Het meisje dat hij kwam ophalen bleek Nederlands te zijn, dus dat was wel heel gezellig. Zij ging vrijwilligerswerk doen en zou vanavond bij een gastgezin slapen en dan morgenvroeg naar dat werk gaan. Uiteindelijk ben ik ook bij het gastgezin blijven slapen in een bed met een matras en kussens zo hard als stenen, maar dat maakte eigenlijk niet zoveel uit. Ik was zo moe dat ik meteen in slaap viel en toen de wekker om kwart over 7 ging voelde ik me al een stuk beter. Het huis was van een Mexicaanse vrouw van rond de zestig en zij was een perfect voorbeeld van de Mexicaanse gastvrijheid. Om half 8 had ze voor ons het ontbijt klaar staan en ze kwam constant weer met eten aanzetten terwijl we allemaal al lang vol zaten. Rond 9 uur kwam Jerylee met haar vader ons (de Deense jongen, het Nederlandse meisje en mij) ophalen met de auto. Eerst reden we naar het busstation om het Nederlandse meisje af te zetten, daarna moesten we nog langs het vliegveld omdat de backpack van de Deense jongen gisteren in Ciudad de México was blijven liggen, en daarna reden we weer naar hetzelfde busstation om de Deense jongen weg te brengen. Dit duurde allemaal best wel lang omdat Guadalajara echt een grote stad is en de afstanden flink zijn. Verder stond er een vrachtwagen stil naast de weg naar het vliegveld wat meteen zorgde voor een flinke file, en omdat niemand zich met de auto aan de regels houdt en zomaar door elkaar heen rijdt gaat het allemaal niet zo snel. Uiteindelijk hadden we dus iedereen weggebracht en reden we naar mijn huis. Ik wist het adres maar ik had natuurlijk nog geen sleutel omdat ik nog niemand van de organisatie had gezien. Inmiddels was het ongeveer 12 uur 's middags dus we hoopten dat er iemand thuis zou zijn die de deur open zou doen. Het duurde weer even voordat we er waren, aangezien mijn huis best dicht in het centrum lag en we dus via de drukste wegen moesten rijden. Hierdoor werd het wel een soort van toeristische rondrit langs de bekendste bezienswaardigheden, dus dat was eigenlijk wel leuk. Verder zag ik hier meteen ook weer het gevaarlijke verkeer en de vele mensen die zomaar op straat lopen en ineens je ruit beginnen schoon te maken als je voor het stoplicht staat te wachten en daarna hier een paar pesos voor willen. Na een tijdje kwamen we aan bij mijn huis en gelukkig waren er een paar huisgenoten thuis. Ik was heel blij en na afscheid te hebben genomen van Jerylee en haar vader, kon ik eindelijk mijn backpack uitpakken en rustig aan doen. 's Middags kwam iemand van de organisatie langs om het contract te tekenen en een van mijn huisgenoten nodigde me meteen al uit om 's avonds mee te gaan naar een feestje. Dit vond ik natuurlijk een prima idee, maar ik was nog steeds heel moe dus toen viel ik al om 7 uur in slaap. Toen ik om half 10 weer wakker werd, leek het me voor een keer handig om misschien eens verstandig te zijn en niet naar het feestje te gaan, dus ben ik uiteindelijk niet meer gegaan en vroeg gaan slapen.

Vrijdag was een dag met veel huisgenoten. We wonen hier dus met zijn zevenen en iedereen is heel aardig. Er zijn twee meisjes uit Frankrijk, eentje uit Japan, eentje uit Duitland, een jongen uit Spanje en volgende week komt er nog iemand. Iedereen spreekt Spaans en sommigen een beetje Engels, dus we praten eigenlijk gewoon alleen Spaans in huis. Vrijdagochtend gingen we met zijn vieren naar el mercado de Santa Teresa. Dit is een dagelijkse overdekte markt heel dichtbij ons huis waar ze van alles verkopen: vlees, groente, fruit, make-up, yoghurt, brood en nog veel meer. Ook zijn er een paar eetkraampjes in het midden waar je gewoon kunt gaan zitten en tortillas kan eten. Het deed me een beetje denken aan El mercat de la Boqueria in Barcelona, maar dan een stuk minder modern en minder toeristisch. Je vindt deze mercados overal in Mexico en het is zelfs leuk om alleen maar rond te lopen zonder iets te kopen. Alles is zo simpel en alles gaat zo rustig dat het je het gevoel geeft van dat je je niet hoeft te haasten en alles okee is. Dat gevoel krijg je overigens bijna overal hier, want nergens hangt een klok en alles gaat echt heel erg langzaam. Als je bijvoorbeeld iets in de winkel koopt, is de cassière heel langzaam met scannen en afrekenen. Ik weet zeker dat ze bij de Albert Heijn meteen ontslagen zou worden! Na de mercado zijn we verder naar het centrum gelopen naar een grotere supermercado, een supermarkt net zoals in Nederland. Daarna zijn we langs de Plaza de Armas en de kathedraal, samen het centrum van de stad, gelopen. Een van de franse meisjes woont hier al een tijdje en ze stond er op dat we allemaal een soort ijskoude fruit drank gingen proberen. Dit is een soort van koude limonade die ze in allerlei verschillende soorten smaken verkopen en dit is heel bekend en populair in Guadalajara. Ik koos voor jamaica, wat een soort van mix bleek tussen kersen en aardbeien. Heel lekker en verfrissend, aangezien het hier constant zo'n 30 graden is. Dit is echter niet vervelend, het is gewoon lekker warm en totaal niet benauwd, iedereen loopt ook gewoon in een lange broek. Na ons bezoekje aan de markt en het centrum keerden we weer huiswaarts. Inmiddels was het andere franse meisje ook wakker en ze vroeg om ik die middag meeging naar Galerías. Dit is een heel groot winkelcentrum met allerlei winkels in een ander deel van de stad. Ik vond het prima en samen gingen we met er met de taxi naartoe. Het was ongeveer 20 minuten rijden en onderweg zagen we veel van de stad. Wat me opviel in het winkelcentrum was dat er heel veel winkels van Europese merken waren, zoals H&M, Pull&Bear en Forever 21. Opzich vonden wij het wel leuk om wat Mexicaanse merken te gaan "ontdekken", maar helaas was de kleding van deze merken vaak niet zo mooi of nogal ouderwets. Voordeel was wel dat alle winkels hier dagelijks geopend zijn tot 9 uur 's avonds! Verder in het centrum van Guadalajara zijn er ook een paar supermarkten die 24/7 open zijn, dus dat is nog chiller dan de Appie :) Uiteindelijk gingen we weer naar huis met een taxi die best wel gevaarlijk reed. Verder reed hij ook onze straat voorbij dus moesten we uiteindelijk nog zo'n 10 minuten lopen naar huis. 's Avonds gingen we cervezas y tequila drinken. Een Chileense vriend van een van mijn huisgenoten kwam langs en dat was heel gezellig. Om de beurt gingen we allemaal een liedje opzetten op Youtube in onze eigen taal. Vooral de Japanse liedjes waren echt mega vreemd! Om de Nederlandse glorie hoog te houden koos ik eerst voor een nummer van Bakermat omdat de Chileense jongen die kende, en daarna daalde het niveau via 'Als ik boven op de Dom sta' naar vervolgens Jan Smit. Mijn huisgenoten waren geloof ik echter wel onder de indruk, maar dat kan ook aan de tequila liggen.

Tot nu toe gaat hier dus allemaal helemaal prima. Vanavond is het weer fiesta time met het huis en morgen gaan we uiteten. Tot nu toe mis ik nog niet veel van Nederland, behalve mijn Senseo machine. Hier kun je alleen maar oploskoffie krijgen (IEWLL) dus het cafeïne gebrek zorgt voor de nodige hoofdpijn. De overvloed aan tortillas maakt het echter allemaal weer goed. Helemaal priem dus. ¡Viva México!

¡Hasta luego!
XXX